Onno Bruins investeert tegen markttrend in
Onno Bruins in Winterswijk startte zo’n 10 jaar geleden zijn eigen bosbouwbedrijf en bouwt dat sindsdien uit. Agrarisch loonwerk deed hij praktisch niet. Tot nu. Want dit seizoen breidt hij z’n machinepark uit met een complete grastrein. Een bijzondere move, ook nog eens tegen de markttrend in.
Waar de één stopt, daar ziet een ander kansen. Toch lijkt het bijzonder om als ogenschijnlijke nieuwkomer te investeren in grastechniek, juist nu elke maand wel ergens een loonwerker z’n hele agrarische tak via een veiling opdoekt. Alle reden voor een bezoek aan Onno Bruins. Hij kocht afgelopen winter 2 gloednieuwe Pöttinger-dubbeldoelwagens, een kuilverdeler en -wals, een brede maaier en een grasvork. Om voortaan naast z’n bosbouwwerk ook in loonwerk te gaan grassen.
Bruins heeft sinds 2018 geïnvesteerd om zijn bosbouwmachinepark te verjongen en uit te breiden. Er kwamen een tweede en derde Volvo-rupsgraafmachine in bosbouwuitvoering bij, compleet met bomenknipper. Een zelfrijdende John Deere-uitrijwagen volgde de getrokken variant op. De Fendt 936 ruilde hij in 2020 in voor een jonge Fendt 1038 met 1.400 uur op de klok. Inmiddels staat de teller op 3.900 uur en is Bruins lovend over deze trekker die z’n vermogen prima kwijt kan aan de aftakas-aangedreven chipper. “De 1000-serie is toch écht wel het pareltje van Fendt, enige nadeeltje is de draaicirkel.”
Ook de Valtra van toen is ingeruild en kreeg er een broer bij; er draaien nu twee T174’s van bouwjaar 2021. Die zijn iets sterker dan de typenummering doet vermoeden, ze kunnen de opraapwagens prima de baas.
Nieuwe kans
De ondernemer zag vorig jaar een nieuwe kans, in het gras. Omdat een grote loonwerker in de buurt stopte met het agrarische werk, zag Bruins een gat vallen. Hij huurde het bedrijf regelmatig in om met de silagewagens houtsnippers vanaf zijn chipper in depot te rijden. Hij besloot dit zelf te gaan doen. En waarom dan niet in dubbeldoelwagens? “Het bosbouwseizoen begint eind juli, wordt vanaf september echt drukker en duurt dan tot medio april. Het grasseizoen sluit hier mooi op aan”, legt Bruins uit. “Zo kan ik de dubbeldoelwagens jaarrond inzetten. Daarin ligt onze kracht: met het bestaande machinepark het jaar vullen. Dat is efficiënt.”
Een wiellader had hij al om snippers te laden en de zware Fendt 1038 zou het prima doen als aanrijtrekker op de kuil. Tegen een relatief beperkte meerprijs kan de bosbouwer zo, zonder te investeren in een hakselaar, met z’n machinepark het gras in.
Oostenrijkse degelijkheid
Voor de dubbeldoelwagens waren de wensen duidelijk. “Ik wil de klant iets bieden dat functioneert en écht capaciteit heeft.” Kwaliteit dus. De keuze viel op twee nieuwe Pöttinger-dubbeldoelwagens. “Ik kende het merk van toen ik vroeger bij een loonwerker werkte. Ik ben wel gecharmeerd van Oostenrijkse machines door de ervaringen met mijn houtchipper. In die regio bouwen ze gewoon degelijke machines. Mechanisatie Lochem had vorig jaar twee nieuwe wagens op voorraad. Ik heb er niet over getwijfeld en ook geen andere wagens overwogen.”
Bruins koos bewust voor 2 tandemassers in plaats van 1 3-asser. “Nu kan ik ook 2 klanten tegelijk bedienen die met 1 wagen willen inkuilen. Het geeft ook meer rust om de kuil vast te rijden.” Arbeid is ook voorhanden: de eigenaar zelf, 2 medewerkers in vaste dienst en een aantal zzp’ers. Bruins: “In het boswerk zijn we meestal met 8 mensen. Een aantal van hen gaat ook mee in het gras. De meesten vinden het mooi werk.”
Het belangrijkste is dat hij de wagens jaarrond kan inzetten. Dat was afgelopen winter wel even spannend. “Ze zeggen altijd wel dat je snippers kunt rijden met een dubbeldoelwagen. Dat moest de praktijk natuurlijk wel even bewijzen. We rijden héél veel snippers. De verdeelwalsen zitten erin voor het gras, maar blijken zich ook prima te houden bij het lossen van de snippers. Zo’n gemiddelde vracht weegt al snel 13 ton, maar het kan ook richting de 18 ton gaan. De pick-up gaat er dan eronderuit, dat is 1,5 uur werk per wagen. Bij Pöttinger kun je een speciale set bestellen met een karretje waar de pick-up op rust en snelkoppelingen die je tussen de hydrauliekleidingen zet. Een afdekplaat dicht de rotor af voor vuil van buitenaf.”
Veel gras verzetten
Na zo’n 400 uur in de snippers kwamen de wagens begin mei in actie in de eerste snede gras. Intussen kocht Bruins een Holaras-kuilverdeler en een wals voor de 1038. “Zonder water in de wals weegt die combinatie 18 ton. Een mooi gewicht op de kuil.” Op de smalste dubbellucht zou de trekker al meer dan 4 meter breed zijn. De loonwerker koos daarom voor een sideshift op de kuilwals, zodat die ook buiten de bandbreedte van de trekker kan lopen om de zijkanten van de kuil goed te verdichten. Verder kreeg de Volvo L90, een huurmachine van dealer Obbink, een VDW-grasvork. “Je moet de kuil zo snel mogelijk vlak hebben. Dan heb je meer tijd om hem fatsoenlijk vast te rijden. Daarom kocht ik de 4,5 meter brede grasvork, dan kun je veel gras verzetten.”
Bruins was van plan zich puur op het inkuilen te richten. Toch kocht hij op een veiling nog een Kuhn FC703-maaier. Deze past perfect achter de Valtra’s met terugrij-inrichting. “Het grote voordeel is 7 meter in één maaibalk, en dat is handig in hoeken. Werkt mooier dan een triplemaaier; je kunt deze snel aankoppelen en maaien. Ook kun je bijna haaks om, en dan laat de machine nog geen streep staan. De combinatie is niet zo heel zwaar. Maaien is voor mij geen speerpunt, maar dit voorjaar was er toch meer belangstelling dan ik dacht.”
Alleen grasoogst
Inzetten op alleen grasoogst is wel een risico. Wellicht kiezen klanten liever voor een loonwerker die alle werkzaamheden verricht? Daar is Bruins zich terdege van bewust. Hij overwoog om ook te investeren in mesttechniek, maar zag daar vanaf. “Dat begint half februari al. In februari en maart ben ik veel druk om het bosbouwwerk af te ronden, het broedseizoen staat dan voor de deur.”
De nieuwe tak kende dit seizoen een goede start, wellicht geholpen door de piekdrukte. Bruins kijkt er positief op terug. “De eerste snede liep boven verwachting. We wisten niet wat we konden verwachten, dat was spannend. Ik had wel wat toezeggingen, maar kreeg meer te doen dan verwacht. Klanten moeten je ook even aftasten en vertrouwen krijgen. Na een heel seizoen kan ik er eigenlijk pas meer over zeggen. Het moet natuurlijk rendabel zijn. Tegelijk is het is ook heel mooi werk in het gras. Het was druk, maar ik werd er ook wel gelukkig van.”
Auteur: Matthijs Verhagen
Gerelateerde tags: Fendt, Machinepark, Trekkers, Valtra