Klassieker | Trekker White Field Boss 2-180 met Caterpillar 3208-motor
Machinefabrikant White stelde zijn Field Boss 2-180 in 1977 voor aan het publiek, in 1978 was de trekker voor het eerst leverbaar. Met ruim 180 pk aan de aftakas stond hij in die tijd in de top 3 van zwaarste trekkers op de Amerikaanse markt.
De merknaam White is in 1974 geïntroduceerd als opvolger van Oliver. De serie omvatte zowel kniktrekkers als tweewiel-aangedreven trekkers, waarbij de tweewielers een volledig nieuwe cabine kregen.
Net als bij de SG2-cabines van John Deere, die iets eerder op de markt verschenen, koos White voor een cabine met een enkele deur die via een betrekkelijk nauwe doorgang toegang verschafte tot een zitplaats dicht tegen het achterraam. Het interieur was met dik roodgekleurd schuim bekleed. En zoals toen bij Amerikanen al gebruikelijk, was er een verstelbare stuurkolom.
Tekst gaat verder onder de foto
De zilvergrijs met zwarte kleurstelling, de chromen details en een verchroomd logo op de neus geeft de White Field Boss 2-180 een chique uitstraling.
Tekst gaat verder onder de foto
White gebaseerd op Oliver-trekker
De onderhuidse techniek was overwegend bekende koek. Deze was gebaseerd op de Oliver-trekkers. Oliver was in de jaren 1950 in Nederland een bekende Amerikaanse trekker. Dit merk had later, via samenwerking met Same, bij de lichtere trekkers kortstondig nog enige bekendheid in Nederland.
De echte Amerikaanse trekkers waren in de jaren 50, met uitzondering van een enkele Oliver 2255, in Nederland (en eigenlijk in heel Europa) uit beeld verdwenen. Hoewel, O. de Leeuw in Zwolle was nog altijd importeur. Die leverde destijds vijftien White-kniktrekkers aan de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. In het kielzog daarvan leverde O. de Leeuw ook een paar White-kniktrekkers aan andere bedrijven, plus enkele tweewiel-aangedreven White-trekkers.
Drietrapspowershift als in Oliver 2255
De transmissie is dezelfde bak met zes versnellingen en een drietrapspowershift als in de Oliver 2255, die van 1972 tot 1976 de voorloper was van de White 2-180. De eindvertraging verschilt: bij Oliver een planetaire in het wiel, bij de 2-180 een eindvertraging tegen de achterbrug. Bij de kniktrekker 4-180 en zijn opvolger 4-210 vind je hetzelfde verschil. Daar is voor gekozen om meer mogelijkheden voor de spoorbreedte te krijgen.
De achteras kreeg een sper; Oliver heeft dat nooit gekend. Hét kenmerk van een Oliver was het gietijzeren frame, en dat bleef zo bij White. Voor de hydrauliek monteerde White op de 2-180 een loadsensing plunjerpomp, net als bij de Oliver 2255. De hefinrichting heeft een trekstangregeling.
Tekst gaat verder onder de foto; bekijk meer foto’s onderaan dit artikel
Caterpillar 3208 in White 2-180
De White 2-180 staat officieel voor 181,89 pk aan de aftakas in de boeken, geleverd door een V8 Caterpillar 3208. Dezelfde motor lag in de kniktrekkers; bij White, maar ook in de Massey Ferguson 1800 en 1805 en de Steiger Wild Cat. In maaidorsers, hakselaars, vrachtwagens en aggregaten zijn de 3208 en direct daaraan verwante motoren eveneens veel toegepast. Met een turbo, goed voor 300 pk, is de 3208 ook te gebruiken als scheepsmotor.
De ervaringen met en meningen over de kwaliteiten van de 3208-motoren verschillen en zijn sterk afhankelijk van de toepassing. Velen zien met name het hoge toerental (2.800 nominaal, 3.000 maximaal) als oorzaak dat deze motoren niet de eindeloze levensduur hadden waarmee Caterpillar tot die tijd naam maakte.
Een typisch kenmerk van de 3208 is het ontbreken van verwisselbare bussen. Revisie is wel mogelijk door het blok uit te boren en overmaatse bussen te monteren. Ook zijn overmaatse zuigers leverbaar.
Auteur: Martin Smits
Gerelateerde tags: Field Boss 2-180, Tractors, Trekkers, White