De trekkers van de Britse machinefabrikant Muir-Hill zijn relatief zeldzaam. In Nederland liepen er maar enkele trekkers van deze fabrikant. Gebaseerd op standaardcomponenten bouwde Muir-Hill trekkers die zich met vrijwel geen enkel ander fabricaat laten vergelijken.
Vooral in de jaren zestig en zeventig waren in Engeland verschillende fabrikanten in de weer om trekkers te bouwen waarnaar de grote trekkerbouwers niet omkeken. De vraag naar wat extra vermogen en vierwielaandrijving was er wel, maar het was een markt voor specialisten. County en Roadless zijn de bekendste, maar Muir-Hill hoort in hetzelfde rijtje thuis.
Veelal gebaseerd op Ford-componenten bouwde Muir-Hill vierwielaangedreven trekkers met vier wielen van gelijke grootte. Hoewel fabrikanten County en Roadless ook zulke trekkers bouwden, hadden ze ieder hun eigen concept om op vier even grote wielen het vermogen aan de grond te krijgen.
Roadless maakte vooral naam door standaardtrekkers te voorzien van voorwielaandrijving, en vaak ook van een zwaardere motor. County heeft een reputatie verworven met zijn unieke concept met een aandrijfas zowel links als rechts van de trekker, vanuit de achteras naar de vooras.
Muir-Hill bouwde trekkers met een centrale aandrijving naar de vooras. Het creëerde de daarvoor benodigde ruimte door de motor hoger te plaatsen.
Net als bij County is vanwege de vier even grote wielen ook bij een Muir-Hill de opstap voor de chauffeur betrekkelijk krap. Zit je eenmaal op de trekker, dan voelt dat heel anders dan bij een County of een Roadless. Op een Muir-Hill zit de chauffeur hoog op zijn troon op een vlakke vloer. Van een motorkap of spatborden die nog de herkenbare vormen hebben van de Ford-trekker waarop het voertuig is gebaseerd, is bij Muir-Hill geen sprake. De voor die tijd best ruime cabine heeft grote ramen. Daardoor biedt de cabine rondom goed zicht.
Versnellingsbak en achterbrug (inclusief hefinrichting) zijn bij Muir-Hill – net als bij County – afkomstig van Ford. Ook de motoren betrokken de Britten veelal van Ford. Al zijn er ook trekkers met een Perkins-krachtbron, inclusief een V8.
Muir-Hill ontstond midden jaren twintig en bouwde vooral veel zelfrijdende dumpers. Vanaf 1927 waren die gebaseerd op de Amerikaanse Fordson F. Vanaf 1954 kwamen ook shovels in het programma, opnieuw veelal op basis van Ford-componenten.
In 1966 introduceerde het merk zijn eerste trekker, de 101. Transmissie en achterbrug waren van een Ford 5000, de motor was een zescilinder Ford 2704 E. De fuseegestuurde vooras heeft aan het gietwerk te zien veel gelijkenis met de achteras van een Ford 5000, maar is afkomstig van een Muir-Hill-shovel.
Tekst gaat verder onder de foto
De vooras is fuseegestuurd en centraal aangedreven. Afkomstig van een Muir-Hill-shovel, maar onmiskenbaar op Ford-gietwerk als basis.
De trekkers zijn zowel voor de landbouw als specifiek voor grondverzet verkocht. Veel gingen er naar suikerrietplantages in vroegere Engelse koloniën. Voor landen met een voorkeur voor een Perkins-motor is in 1969 model 110 uitgebracht. In 1969 kwam type 161 op de markt met een 163 pk sterke V8.510 Perkins-motor. In 1971 werd de 101 een machine van 120 pk door er een Ford 2715 E-motor in te bouwen.
Tekst gaat verder onder de video
In 1972 introduceerde Muir-Hill de series II-trekkers. De 101 werd model 121. Motor en transmissie bleven gelijk, maar de brandstoftank en de cabine zijn groter. De cabine kwam op rubberblokken te staan en kreeg schuifdeuren.
Tekst gaat verder onder de foto, bekijk meer foto’s onderaan dit artikel
Het specifieke van een Muir-Hill: een tussenbak (drop box), die zorgt dat motor en koppelingshuis hoger staan dan de achterbrug. Zo ontstaat ruimte voor een aandrijfas midden onder de trekker.
In 1978 verschenen de series III-trekkers. Met de cabine opnieuw iets vergroot en verbeterd. Ook werd de trekker van een filtersysteem voorzien. Dual Power had inmiddels zijn intrede gedaan en was een optie bij Muir-Hill. Type 121 stond nu genoteerd voor 132 pk. Inmiddels was de fabrikant al diverse keren overgegaan in andere handen en onderdeel van Babcock International, een concern met diverse takken. Dat besloot in 1982 te stoppen met de trekkerproductie.
In Nederland was Orenstein & Koppel de importeur voor Muir-Hill. In de landbouw haalde de trekkerbouwer hier nooit een marktaandeel van enige betekenis. De Rijkdienst voor de IJsselmeerpolders nam nog wel enkele Muir-Hills (121) in gebruik. Daarvan rijden nog steeds enkele exemplaren van rond in Nederland.
Auteur: Martin Smits
Op zoek naar een oldtimer trekker? Neem een kijkje op Traktorpool.nl
Gerelateerde tags: oldtimers
