fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Zo bouwt miniaturenclub L.C.N. zijn Clubmodel 2023

Landbouwminiaturen Club Nederland (L.C.N.) bouwt sinds 1991 clubmodellen voor zijn leden. Dit jaar schitteren Landini 6500 en Massey Ferguson 274 als Clubmodel 2023. - Foto's: Jacco van Erkelens

De Landbouwminiaturen Club Nederland (L.C.N.) stimuleert de liefde van verzamelaars voor hun landbouwminiaturen. Iedere drie jaar bedenkt L.C.N. clubmodellen en laat die bouwen. Dit jaar schitteren Landini 6500 en Massey Ferguson 274 als Clubmodel 2023. TREKKER duikt in de ontwikkeling.

L.C.N. bouwt al sinds 1991 clubmodellen voor de leden. Het allereerste model is een Brons EAT 51-dorstrekker. Sindsdien zijn er 11 clubmodellen gebouwd. Komend jaar is het tijd voor nummer 12. Eigenlijk moeten we zeggen: nummers 12, want het zijn er maar liefst 4! Je kunt als Clubmodel 2023 kiezen tussen Massey Ferguson 274 en Landini 6500. Twee trekkers die in een vierwiel-aangedreven versie leverbaar zijn met rolbeugel, en in tweewielversie met een Buisard-cabine.

TREKKER mag als eerste buiten L.C.N. het model bekijken bij fabrikant MarGe Models in Hoogeveen (Dr.). De modellen voelen merkbaar zwaar en echt premium aan. Ook de details zijn opmerkelijk. Een voorbeeld: het spatbordlampje bij het deurtje van de cabinemodellen is zo geplaatst dat het deurtje open zou kunnen. Hoewel dit niet daadwerkelijk kan, is er wel over nagedacht dat het lampje – net als bij de echte trekkers – de deuropening niet blokkeert. Indrukwekkend.

Tekst gaat verder onder de foto

Zowel de Landini 6500 als de Massey Ferguson 274 is er als twee-wielaandrijving met Buisard-cabine en als vierwiel-aangedreven versie. Technisch zijn er bij de echte versies, en dus ook bij deze, veel overeenkomsten. Iets wat de productie vereenvoudigt.

Zowel de Landini 6500 als de Massey Ferguson 274 is er als twee-wielaandrijving met Buisard-cabine en als vierwiel-aangedreven versie. Technisch zijn er bij de echte versies, en dus ook bij deze, veel overeenkomsten. Iets wat de productie vereenvoudigt.

Verenigingsbelang belangrijk

Ongeveer elke drie jaar gaat L.C.N. op zoek naar een clubmodel. Dat moet iets zijn dat er nog niet is en waarvan het mogelijk is om licenties te krijgen bij de fabrikant van het originele model.

Tijdens gesprekken met leden, zowel een-op-een als per mail, peilt het bestuur waarnaar vraag is. Vanuit de leden komen daar soms ook persoonlijke voorkeuren uit. Echter, het bestuur kijkt naar het verenigingsbelang. Dit keer is opnieuw naar voren gekomen dat leden graag modellen uit de jaren zeventig in hun collectie willen opnemen. De keuze valt op de Landini 6500 en de Massey Ferguson 274.

Licentie aanvragen

Na het kiezen van het model volgt een belangrijke stap voor het bouwen van een miniatuur. Je mag namelijk niet zomaar een trekker nabouwen en commercieel verkopen. Daarvoor heb je toestemming nodig van de fabrikant.

MarGe Models bouwt het model voor L.C.N. Het bedrijf is ook de partij die in dit geval de toestemming regelt door een licentie aan te vragen bij de fabrikant. Dat wil zeggen dat het bedrijf zowel fabrikanten Landini als Massey Ferguson benadert voor toestemming van het gebruik van merknamen en logo’s en mogelijke tekeningen. Zodra deze licenties binnen zijn, kan de volgende stap worden gezet.

Detailfoto’s van originele trekkers

Om een model te maken gaat MarGe Models op bezoek bij de echte versies van de Landini’s en Massey Fergusons. Heb bedrijf maakt er foto’s van en neemt afmetingen op. De bedoeling is dat de trekker er zo origineel mogelijk uitziet. Mocht het voorkomen dat er geen originele lampen meer op staan, dan zoekt MarGe Models op internet foto’s. Of het bestelt zelfs een origineel lampje als voorbeeld.

Als elk detail op de foto is gezet, gaan de foto’s naar de fabriek in China. MarGe Models laat zijn modellen daar bouwen. Zijn productiepartner heeft een ontwerpafdeling die de losse foto’s omzet in een 3D-model.

Tekst gaat verder onder de foto

Elk model wordt handgemaakt in de fabriek in China. Sommige dingen zijn geautomatiseerd, maar het opschilderen van de details of het assembleren van een zwaailamp gebeurt handmatig door de werknemers.

Elk model wordt handgemaakt in de fabriek in China. Sommige dingen zijn geautomatiseerd, maar het opschilderen van de details of het assembleren van een zwaailamp gebeurt handmatig door de werknemers. – Foto: MarGe Models

3D-print controleren

Wanneer de ontwerpafdeling klaar is, krijgt MarGe Models de 3D-tekening opgestuurd ter controle. Via een programma kan MarGe Models-eigenaar Gert Valkema controleren of het model klopt.

Vervolgens maakt de fabriek een 3D-print van het model en stuurt dit op naar Valkema. Een echt model controleert toch makkelijker dan een computermodel, weet Valkema. Zo haalt hij kleine foutjes eruit vóór de mallen worden gemaakt.

In het geval van de Landini merkte Valkema al vroeg op dat het achterraam miste. Dat is goed te zien op de foto waar het prototypemodel naast het 3D-model staat. Ook een aantal bestuursleden van LCN is bij dit controleproces betrokken.

Tekst gaat verder onder de foto

Na het controleren van een computermodel krijgen MarGe Models en L.C.N. een model uit de 3D-printer. Een fysiek model is namelijk makkelijker te controleren. In dit geval merkten de opdrachtgevers op dat er een achterraam miste bij de trekkers met Buisard-cabine. Dat is zichtbaar opgelost bij het metalen prototype dat hier naast de 3D-print staat.

Na het controleren van een computermodel krijgen MarGe Models en L.C.N. een model uit de 3D-printer. Een fysiek model is namelijk makkelijker te controleren. In dit geval merkten de opdrachtgevers op dat er een achterraam miste bij de trekkers met Buisard-cabine. Dat is zichtbaar opgelost bij het metalen prototype dat hier naast de 3D-print staat.

Prijzige prototypes

Als de correcties op het 3D-model zijn doorgegeven aan de fabriek, is het tijd voor het maken van de mallen. Dat zijn enorm zware, meerdelige blokken gietijzer. Elk blok bestaat uit een onderkant en een bovenkant, waarin uitsparingen zitten die elk individueel onderdeel vormgeven.

Vloeibaar metaal of vloeibaar plastic wordt in de mallen gespoten door middel van spuitgieten. Voor élk onderdeel dat je los ziet zitten, is een ruimte gemaakt in de mal. Dus van de voorwielnaven tot en met de zwaailampjes en de cycloonfilters.

Naast de boven- en onderkant van de mallen zit er ook nog een mechanisme in dat na het spuitgieten en uitharden van de onderdelen elk stukje uit de mal duwt. Voor een gemiddelde trekker heb je enorm veel details nodig, die in meerdere mallen worden gemaakt. En die mallen zijn niet goedkoop. Gemiddeld kosten mallen inclusief prototypes € 80.000 tot € 90.000.

Controle door de leden

Normaal zou nu het productieproces volgen. Bij het clubmodel zit hier echter nog een belangrijke stap tussen. De prototypes worden op de L.C.N. Landbouwminiaturenbeurs in Zwolle kritisch beoordeeld door de leden. Die kunnen de modellen dan in het echt bekijken en checken op onjuistheden. Op deze twee dagen verzamelt de vereniging feedback, zodat eventuele detailfoutjes nog worden aangepakt vóór productie.

Tot en met 31 december 2022 kunnen leden bestellingen doorgeven aan L.C.N. Na die datum kan niet meer worden besteld en staan de definitieve productieaantallen vast. Er volgt geen tweede productieronde.

Tekst gaat verder onder de video

Prijs begin 2023 bekend

MarGe Models geeft begin 2023 de definitieve productieaantallen per model door aan de fabriek in China. Over het algemeen duurt het twaalf maanden om een model te bedenken en te laten bouwen. Bij het clubmodel van L.C.N. gaat hier doorgaans meer tijd overheen, denk aan tweeëneenhalf jaar.

MarGe Models gebruikt veel metalen componenten. Het model voelt dan ook echt meer ‘premium’ aan dan een plastic variant en is robuuster. De metalen delen en alle plastic delen worden gespoten in de fabriek. Je krijg die echte verf-look door de glans die erop zit. Het maakt het model wel duurder.

Hoeveel het Clubmodel 2023 precies gaat kosten, is nog niet bekend. Dat weten de leden pas na het vaststellen van de productieaantallen. De kosten voor mallen en licenties worden gespreid over de modellen.

Auteur: Jacco van Erkelens

De eerste stap is foto’s maken en afmetingen opnemen van elk detail van de echte trekker. Die gaan naar de ontwerpafdeling van de fabriek in China. Daar wordt een 3D-model gemaakt. Het model bevat in principe alle details al. Het online model wordt naar de opdrachtgevers gestuurd ter controle. Zo kunnen in dit geval MarGe Models en L.C.N. al in een vroeg stadium correcties doorgeven.

De ontwerpafdeling van de fabriek in China maakt een 3D-model van de trekkers. De modellen bevatten alle details. De 3D-modellen gaan naar opdrachtgevers L.C.N. en MarGe Models Zij kunnen zo in een vroeg stadium al correcties doorgeven.

Zowel de Landini 6500 als de Massey Ferguson 274 is er als twee-wielaandrijving met Buisard-cabine en als vierwiel-aangedreven versie. Technisch zijn er bij de echte versies, en dus ook bij deze, veel overeenkomsten. Iets wat de productie vereenvoudigt.

De kenner herkent de details bij deze modelletjes. De schakelpoken, de hefbediening en het dashboard is enorm gedetailleerd. Nog een bijzonder detail dat opvalt bij het model met cabine: twee traptreden. Het echte model heeft ook een optionele cabine waarbij een traptrede aan de cabine zit. Precies zoals hier te zien is. Indrukwekkend!

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Fors meer elektrische verreikers op show van formaat Eima 2024

TREKKER bekijkt elektrische verreikers op Eima 2024. Deze Italiaanse show van formaat is een prima nummer 2 naast de Duitse Agritechnica.
Afbeelding artikel

FOTO | Eima 2024: Deutz-Fahr TTV 5115 met autonome kit

Het aantal elektrische trekkers, voermengwagens en verreikers neemt fors toe op Eima 2024. Opvallend is deze zwarte Deutz-Fahr TTV 5115.
Afbeelding artikel

Slootsmid start nu ook met verkoop van tandemas-mesttanks

Slootsmid introduceerde in 2022 zijn eenassige Solid-mesttanks. De machinebouwer zet nu twee-assige mesttanks onder de naam Sigma in de markt.