Hans Heesakkers heeft al een lange staat van dienst in de tractorpullingsport. Niet alleen als deelnemer, maar ook als bandengoeroe. Waar sommigen het tractorpullingrubber zien als zwarte magie, kent het voor de bandenboer geen geheimen. Hij verdient er zijn brood mee.
Heesakkers maakte deel uit van het roemruchte Peellands Pulling Team en begon in 1986 met een International 724. Daar leerde de bandenboer al snel hoe belangrijk de juiste banden zijn voor een goede trekpoging. Later volgden een Fordson Major-zescilinder, International 1246, International 1086, Zetor 16145, Case 2294 en sinds 2017 een Case 1030. Deze fungeert regelmatig als testlaboratorium voor nieuwe ontwikkelingen.
De eerste banden sneed Hans nog ouderwets met de hand: met hamer en beitel ging hij het rubber te lijf. Zijn banden gaven zoveel grip dat hij ze na de wedstrijd alweer verkocht. Deelnemers stonden ervoor in de rij. Doordeweeks sneed Heesakkers dan weer een nieuw setje voor het volgende weekend.
De vraag naar zijn banden groeide gestaag, waarna hij zijn eerste bandensnijmachine bouwde. Deze verbeterde hij in de loop der jaren, waaruit versie twee ontstond. Vanwege alle kennis die erin verwerkt zit, en omdat het inmiddels zijn broodwinning is, mogen we hiervan geen foto’s publiceren.
De specialist snijdt banden van alle merken en voor alle tractorpullingklassen. Hij vertelt: “Een klant brengt een setje banden, en in overleg snijd ik het gewenste profiel. Daar kunnen ze overigens niet op wachten, er zit best wat tijd in een goed gesneden band. Een setje landbouwbanden met enkele nok kost me bijna twee dagen, een compleet set 30,5L-32-pullers duurt een kleine drie dagen.”
Bij het snijden van de band zijn drie hoeken belangrijk. Ten eerste de hoek van de V-vorm. Bij de originele Amerikaanse Firestone-banden staan de nokken onder een hoek van 22 graden, een hoek waar nog steeds veel pullers mee rijden. Hoeken van 27 of zelfs 30 graden worden ook toegepast.
Daarnaast de voorkant van de nok. Staat deze stekend voorover, dan drukt-ie zichzelf dicht op de baan. Te ver achterover geeft te weinig grip.
Ten slotte de helling aan de achterkant, bepaald door de gewenste nokhoogte en de afstand tussen de nokken. Die tussenafstand is weer maatgevend voor het aantal nokken dat de klant op de band wil hebben: hoe meer nokken op de band, hoe kleiner de tussenafstand.
Tekst gaat verder onder de foto
Het profiel van een enkel gesneden landbouwband, zoals bijna alle deelnemers in de sportklasse die toepassen.
In de Standaard-klassen zijn opgesneden banden verboden. Maar gaat het harder, dan rijdt iedereen op opgesneden banden. De Sport-klasse rijdt vrijwel zonder uitzondering op landbouwbanden waarvan de nokken aan de voorkant scherp zijn gemaakt, en de bovenkant van de nok naar achteren toe afloopt. Zodoende zetten deze banden echt ‘de hakken in de klei’.
Een veel gebruikt merk is Michelin, en voor de lichtste klassen soms ook Continental. Deze laatste is wat lichter en soepeler.
Met wat meer vermogen in de Supersport-klassen zie je momenteel de meeste variatie. Naast de enkel gesneden landbouwbanden zie je hier ook de dubbel gesneden banden: er zit een extra nok tussen de bestaande nokken, die samen met de nok aan de andere kant van de band een V vormt. Met de toenemende vermogens in de Supersport-klassen vinden de echte pullerbanden steeds meer opgang. Geproduceerd door Firestone, Pro Puller en Mitas, vind je deze banden vrijwel zonder uitzondering ook in de Prostock-, Superstock- en Modified-klassen.
Tekst gaat verder onder de foto
Typisch pullerprofiel op de banden van Born in the USA. De mal toont dat het loopvlak strak binnen de maximale maat van 65 millimeter valt.
De eerste banden speciaal gemaakt voor tractorpulling kwamen van Firestone. Op basis van de 30,5L-32 Field & Road-banden, produceerde deze fabrikant op speciaal verzoek in 1978 een versie met slijtvaster rubber en een afwijkend karkas. In 1988 volgde een nieuwe versie met afwijkend profiel en in 2000 kwam het merk met de eerste echte pullerband: de Puller 2000. Dit was de eerste band die uit de fabriek kwam met echt tractorpullingprofiel; daarvóór was het nog steeds landbouwprofiel dat naderhand werd bijgesneden.
Pro Puller diende zich aan als fabrikant in 2016, en levert de grootste variatie in pullingbanden: 18,4-38, 20,8-38, 24,5-32 en 30,5-32. De eerste twee maten zijn vooral voor de Amerikaanse markt en ook als radiaalband leverbaar. De overige banden uitsluitend als diagonaalband. De banden zijn te bestellen in verschillende stugheden, tot maximaal 14 ply, wat het aantal koordlagen in het karkas aangeeft.
In 2014 bracht Mitas de pullerband 30,5L-32 op de markt. Het merk wilde hiermee zijn imago in de agrarische sector versterken. De eerste exemplaren gingen naar een bandensnijder in Denemarken, die ze maar niks vond. Vervolgens kwam Mitas bij Heesakkers uit, met de vraag of die eens naar die banden wilde kijken. Want volgens hun eigen knowhow moesten ze toch echt wel grip kunnen leveren. Hans merkte tijdens het snijden meteen dat het rubber veel harder was dan bij een gangbare landbouwband. Het eerste setje kwam onder de Eager Beaver, die prompt de versnelling niet meer aankon. De banden gaven inderdaad de grip die er volgens Mitas in zat.
De vraag kwam goed op gang, en Hans werd officieel Mitas-dealer. Voor het ene na het andere team leverde hij banden, elke set gesneden naar wens van de klant.
In de Verenigde Staten stond nog een container vol Mitas-pullerbanden onaangeroerd. Dit waren de eerste pullerbanden die Mitas produceerde. Geen enkele Amerikaanse puller zag het zitten om op de Tsjechische banden te gaan rijden. Uiteindelijk kwamen alle banden weer terug naar Europa.
Hans kwam in contact met het Amerikaanse Galot-team. Dat zei: “Snijd voor ons maar twee setjes zoals jij denkt dat het goed is”. Op die banden wonnen ze prompt de wedstrijd! Toen was het hek van de dam. De Amerikanen bestelden bij de Nederlandse bandensnijder massaal de banden die ze eerder nog terugstuurden!
Inmiddels heeft Hans een goede relatie met de Tsjechische fabrikant. Hij helpt hen met het continu verbeteren van het product.
Hij wist Mitas te overtuigen om ook pullerbanden in de maat 24,5-32 te produceren. Dat is volgens het reglement de maximaal toegestane maat bij de Prostocks en de Limited Superstocks, terwijl ook steeds meer supersporters ermee rijden. De eerste drie sets prototype-banden zijn in week 47 van 2021 geproduceerd. De eerste productierun vond plaats in week 13 van dit jaar, Hans heeft hiervan al meer dan twintig sets verkocht.
De banden zitten qua maatvoering aan de uiterste bovengrens van de tolerantie, maximaal 635 millimeter breed op het loopvlak. Gemonteerd op een 25 inch brede velg past dit nog net. Op een 26 inch brede velg moet hij een paar millimeter van de zijkant wegsnijden. De banden komen uit de fabriek als ‘slicks’, met een glad loopvlak en uitsluitend wat merktekens erop om de juiste V-hoek en tussenafstand aan te geven.
Tekst gaat verder onder de foto; bekijk meer foto’s onderaan dit artikel
De Mitas-band zoals die uit de fabriek komt: als ‘slick’, met uitsluitend merktekens voor hoek en tussenafstand van de nok.
Recent produceerde Heesakkers een setje banden waarbij hij het loopvlak tussen de nokken opruwde. De eerste resultaten hiervan zijn goed, er volgen meer setjes.
Daarnaast zijn er plannen om te investeren in een grote oven. Door de banden een tijdje op hoge temperatuur te houden, wordt het rubber slijtvaster. Goed voor de levensduur, want deelnemers in de Modified-klassen moeten hun banden meerdere keren per seizoen opnieuw aanscherpen. Deze bandenexpert denkt continu mee met de klant. Zijn ideeënbus is nog lang niet leeg.
Auteur: Ruben Fortuin
Gerelateerde tags: Banden, Tractorpulling
