TREKKER-lezer van de maand: George Roebroek
Akkerbouwer George Roebroek had als kind al belangstelling voor techniek en trekkers. Samen met zijn broer bouwde hij een beregeningsboom van 66 meter breed.
Wanneer ontstond je belangstelling voor landbouwmachines?
“Dat zat er al vroeg in. Als kind had ik altijd een groot oog voor techniek. Als tienjarig mannetje stond ik er met de neus bovenop als mijn vader bezig was om iets nieuws te kopen. Dan wilde ik er alles vanaf weten, wat die machine precies kon. Trekker rijden kwam vanzelf, vanaf een jaar of twaalf. Na mijn studie heb ik een jaar een opleiding gevolgd voor landbouwmechanisatiemonteur.”
Sleutel je als akkerbouwer ook aan eigen materieel?
“Wij doen zo veel mogelijk zelf. Ik voer het bedrijf samen met mijn ouders en mijn broer. Hij woont op ons bedrijf in Duitsland, ik hier in Limburg. Als we op zoek zijn naar iets dat niet kant-en-klaar te koop is, maken we het soms zelf. Mooi voorbeeld is de zelfgebouwde beregeningsboom van 66 meter breed. Met een traditionele haspel krijg je bij ons al snel te veel water in een keer, dan spoelt het langs de hellingen omlaag. Op de lössbodems vormt zich gauw een harde korst op de grond.”
En dan is zelf bouwen de oplossing?
“Eigenlijk wel. Je kunt natuurlijk iets laten maken, maar dan heb je het op zijn best over heel kleine oplages, of unieke projecten. Dan is het gauw gigantisch duur, en probeer je of je het zelf voor elkaar kunt krijgen.”
Hoe ziet die spuitboom eruit?
“Vertrekpunt is een FJ Agro-haspel. Die heeft de trommel op een aangedreven, vierwielig onderstel. Je zet de slang op de kopakker vast en rolt dan eerst de haspel uit, vervolgens rolt de trommel de slang al sproeiend weer op terwijl de kar langzaam terugrijdt naar de kopakker. Op de haspel heb ik een sproeiboom gemonteerd van 66 meter met Nelson-nozzles. Die geven het water heel gelijkmatig af, als een regenbui, in plaats van steeds een grote plens zoals bij een kanon. Dat scheelt ook nogal in het waterverbruik. Voor het hydraulisch in- en uitklappen kwam er een kleine dieselmotor op.”
Heb je meer voorbeelden van dingen die je zelf aanpaste?
“We voorzien machines aan de zijkant van hellingschijven. Die duw je bij werk op hellingen hydraulisch 10 tot 15 centimeter de grond in. Ze grijpen in de vaste grond en houden de machine op een rechte koers, waar die anders de neiging kan hebben naar beneden te glijden. Ze zitten onder andere op de Grimme-pootcombinatie en op de witloffrees van Struik.”
Gerelateerde tags: lezer van de maand