Drie kniktrekkers op 2.400 hectare
De Amerikaanse Montana ranch kampt met langdurige droogte, stijgende prijzen door een forse inflatie. Akkerbouwer Dan Roark omschrijft het als boeren in een andere wereld. Terugkijkend is hij blij met zijn oude, maar goed onderhouden machinepark. Hij kan er voor relatief lage kosten het werk mee doen.
De laatste echte regen viel in augustus, de winter is tot dusver mild. Dan Roark boert samen met zijn zoon Jake op 6.000 acre (2.480 hectare) in Oilmont, ten noorden van Shelby, Montana. Een dorp dat onder veel liefhebbers van landbouwmechanisatie bekend geworden is door verhalen van de YouTubers van Welker Farms. Je zou kunnen zeggen dat Welker de buurman is, al is de afstand zeker tien kilometer.
Tekst gaat verder onder de foto
De ranch (boerderij) van de familie Roark bestaat uit een woonhuis met schuren. Veel machines staan buiten. De noodzaak voor een machineberging is in het droge klimaat niet aanwezig. Een Steiger Cougar 270 staat broederlijk naast een Case 9280 uit 1990. Beide trekkers komen uit dezelfde fabriek, in Fargo, North Dakota. Al was dat onder een wisselend bewind van eerst Steiger en later Case, dat eerstgenoemde fabrikant inlijfde nadat deze failliet ging in 1986. Een derde kniktrekker, een Versatile 835 uit 1986, is een rasechte Canadees. Zoon Jake is fan van het merk, dat altijd goed vertegenwoordigd was in de regio.
Hart van het bedrijf
De drie klassieke prairietrekkers zijn het hart van de werkzaamheden op het bedrijf. De Case 9280 uit 1990 is de favoriet van Dan. De cabine is erg ruim en het zicht rondom is veel beter dan wanneer je in de Steiger zit. Daarnaast is de toegang voor standaard onderhoud goed. Het is niet zo volgebouwd. Dan Roark vermoedt dat de ontwerper van de Steiger bij John Deere in de leer is geweest. De trekker heeft namelijk dezelfde hindernissen als de groene trekkers uit Iowa: alles is helemaal volgebouwd.
Tekst gaat verder onder kader
De drie grote krachtpatsers hebben een ding gemeen. Ze stammen uit de tijd dat trekkerbouwers met digitale instrumenten op de proppen kwamen en dat geeft toch nog een beetje een luxe gevoel. Samen met hier en daar wat houtlook-accenten ademen ze typisch de sfeer van jaren tachtig.
Behalve dat de Case ruimer en comfortabeler is, is dit ook de enige van het drietal die is uitgerust met een powershift. De dikke Cummins-motor slaat zonder aarzelen aan, een kleine rookpluim uitbrakend. Goedkeurend loopt Dan om de Case heen. Deze trekker zal in het voorjaar de Flexi Coil ‘chisel plough’ gaan trekken, wat wellicht het best te vertalen valt als een veercultivator. De trekkers zijn gedateerd maar betaald, benadrukt de Amerikaan. Problemen als droogte en inflatie hopen de akkerbouwers met gezond en verstandig beleid te kunnen opvangen.
Geen luxe maar kracht
De klassieke Steiger Cougar 270 PT (narrow frame) kocht de akkerbouwer gebruikt, met 3.000 uren op de klok. Inmiddels staat de teller op ruim 9.000 uren. Dan roemt de kracht en betrouwbaarheid van de oude kniktrekker. Luxe kent de machine niet. Schakelen doe je met een forse pook die uit de vloer steekt.
Vanuit de cabine kijkt de akkerbouwer uit over de eindeloze velden. De enige auto in zicht is zijn eigen pick-up. Met dit beeld is Dan opgegroeid, eenzaamheid is een deel van het bestaan. De neus van de trekker is gesierd met het bekende Steiger-logo, waarin de vier aangedreven wielen van gelijke grootte zijn verbeeld.
Tekst gaat verder onder de foto
De Caterpillar-motor doet het altijd. Als je toch een onderdeel nodig hebt, is dat altijd wel voorradig bij een lokale dealer. Hoewel Steiger ook Cummins veel gebruikte, is de Cat-motor volgens de akkerbouwer nog net iets beter. De trekker heeft onlangs voor € 16.000 groot onderhoud gehad. Speling op het knikpunt door versleten lagers veroorzaakte problemen. De hydraulische leidingen die het knikpunt passeren, werden zelfs aangetikt door het frame – zo groot was de ruimte op de lagers geworden. Ook de versnellingsbak is vernieuwd. Nu kan de trekker weer jaren mee, mits je goed op olie en filterwissel past, aldus de Amerikaanse akkerbouwer.
Voorbereiden op voorjaar
Het is rustig op de uitgestrekte landerijen van de ‘Big Sky’-staat. Veel activiteit is er niet aan het begin van de winter. Toch doet de Steiger Cougar 270 met cultivator stof opwaaien. De groene kniktrekker gromt op de kopakker en laat een zwarte pluim rook achter. Dan Roark wil een perceel grasland van 70 acre (een kleine 30 hectare) scheuren, zodat hij in het voorjaar zomertarwe kan zaaien. Het perceel valt onder de zogenaamde CRP-regeling waarbij de grond voor een periode van tien jaar onbewerkt blijft. De Amerikaanse overheid heeft dit programma in het leven geroepen om erosie tegen te gaan en de waterkwaliteit te bevorderen. CRP is een goede langetermijninvestering. De grond verbetert erdoor, en daarnaast verschaft de overheid een vergoeding van ongeveer € 175 per hectare. Van de bijna 2.500 hectare die het bedrijf telt, bewerken en zaaien ze ongeveer de helft in.
Tekst gaat verder onder de foto
Mechanisch goedkoper
Het stugge gras en de droge grond zorgen voor wat weerstand. Af en toe raakt de cultivator een steen. Roark vindt trekker rijden maar een tijdrovende bezigheid. De hoge prijzen voor kunstmest en bestrijdingsmiddelen dwingen hem echter om meer tijd achter het stuur van de kniktrekker door te brengen. De prijs van Roundup is omhooggeschoten van € 3,50 naar dik € 8 per liter. Een extra mechanische bewerking uitvoeren om onkruid tegen te gaan is een goedkope oplossing, aldus de akkerbouwer, zelfs nu ook de brandstofprijzen op een ‘all time high’ staan.
Hij denkt erover om zelfs de veercultivator, die al jarenlang niet meer is gebruikt, weer van stal te halen. Met dit werktuig kan de Amerikaanse akkerbouwer dieper bewerken zonder te grond volledig te hoeven keren. De laatste jaren probeerde Dan juist het tegenovergestelde: spaarzaam zijn met grondbewerkingen vanwege structuurschade en het uitdrogen van de bodem. De hoge prijzen van bestrijdingsmiddelen breken nu echter deze trend van no-tillage. Roark denkt met de extra bewerking € 65 per hectare te besparen.
Tekst gaat verder onder de foto
De akkerbouwers telen vooral tarwe. Ze hebben wel eens geprobeerd bonen te telen, maar de resultaten vielen tegen. Montana is te droog geworden. De verreikende invloed van het weerfenomeen El Niño heeft ook in de prairiestaten flink toegeslagen. De periodes van droogte worden langer en áls het dan regent, komt er te veel tegelijk.
Hoewel het bijna december is, ligt er dit jaar nog geen sneeuw in dit deel van Montana.
Tekst en foto’s: Mark Pasveer
Gerelateerde tags: Kniktrekkers, Machinepark, Verenigde Staten