Maatschap Nieuwenhuis: Amerikaans boeren op Schiphol
Akkerbouwer Gijs Nieuwenhuis speelde al langer met de gedachte om de ploeg vaarwel te zeggen. Hij schakelde over op niet-kerende grondbewerking en paste zijn machinepark hier op aan. En, bijzonder: Nieuwenhuis zetelt náást Schiphol. Reden genoeg om eens te praten over zijn machines.
Voor veel trekkerliefhebbers was Schiphol hét vertrekpunt voor een reisje naar een mooi landbouwgebied, zoals de Amerikaanse prairie. Maar vandaag is Schiphol zélf de bestemming van ons bezoek. Ingeklemd tussen de Zwanenburgbaan en de Polderbaan, de twee lange noord-zuidbanen, ligt namelijk de pachtboerderij van de familie Nieuwenhuis. Het is opmerkelijk stil, en dat is niet geheel aan de corona-epidemie te wijten. De Polderbaan krijgt namelijk nieuw asfalt, en voor de centerbaan staat de wind verkeerd.
Tijd om te focussen op het bijzondere machinepark van Nieuwenhuis. Het machinepark van een van de laatste echte Schiphol-boeren doet namelijk Amerikaans aan.
Niet meer ploegen
Maatschap Nieuwenhuis bestaat uit vader Gijs (58) en zoon Wilbert (31). We vinden ze in de machineberging annex werkplaats. Het machinepark van de familie is niet per se gevormd door de bijzondere locatie, maar vooral door de ingeslagen weg van niet-kerende grondbewerking (NKG). Direct achter de deur staat een forse John Deere 8345 R met de motorkap open voor service. De eigenaren doen veel onderhoud zelf. Dat vertaalt zich in een goed uitgeruste werkplaats.
Nieuwenhuis koos voor niet-kerende grondbewerking, omdat hij de grond niet ieder jaar 30 centimeter diep wil losmaken om deze in de herfst weer vast te rijden. Het is op het bedrijf altijd belangrijk geweest om zuinig met de grond om te gaan, en ze proberen spoorvorming en verdichting waar mogelijk te vermijden. “Waarom zou je elk jaar de ploeg in je land zetten terwijl het grootste deel van de wereld dit niet doet”, vraagt de akkerbouwer zich hardop af.
De ommezwaai naar niet-kerend bewerken is in 2009 gemaakt. De akkerbouwer voelde zich al langer aangetrokken tot getrokken, Amerikaanse machines. Een grote trekker en wat meer snelheid; dit soort werktuigen vraagt immers vermogen en massa. Een zwaardere trekker lijkt echter strijdig met het doel. De akkerbouwers leggen uit dat het werken met een combinatiemachine meerdere werkzaamheden in één werkgang verenigt. Dat spaart brandstof, en elke ronde die je niet hoeft te rijden ontziet de bodem. De nieuwe manier van werken heeft inmiddels vruchten afgeworpen. Volgens Nieuwenhuis is het brandstofverbruik gereduceerd, de draagkracht van de bodem toegenomen, en is ook het bodemleven verbeterd.
Lees verder onder de foto
Tussen de vliegtuigen
Het boeren zó dicht naast Schiphol brengt wel extra regels met zich mee. Bij mistig weer zijn de landerijen bijvoorbeeld verboden terrein. En vlinderbloemigen en mais passen niet in het bouwplan van de Schiphol-boer. Een solide hek, dat bij een bankgebouw niet zou misstaan, biedt toegang tot het terrein. Omdat Nieuwenhuis daadwerkelijk achter de hekken op Schiphol werkt, zijn de regels scherp. Het betekent goed opletten wat je werk voor effect heeft op de bewegingen van vogels. Verder moet de graanstoppel binnen 48 uur na het dorsen ondergewerkt zijn. Dat voorkomt dat vogels de laatste losse graankorrels komen oppikken.
Amerikaanse trekker
De John Deere 8400 uit 1996 is toch wel de blikvanger. Nieuwhuis spoorde hem via een Nederlandse handelaar op bij een Engelse akkerbouwer. Die had de trekker zo’n vijf jaar gebruikt, hij stond nog op de Amerikaanse SVT-banden. “De handelaar schuimde destijds heel Europa af voor dit soort trekkers, maar aan een Nederlander verkopen deed hij liever niet. De trekkers gingen op fietsbandjes de boot op naar de Verenigde Staten”, vertelt de akkerbouwer. Gijs Nieuwenhuis is duidelijk gecharmeerd van zijn John Deere 8400. Het geluid is mooi en onmiskenbaar, geeft hij aan. Een stabiele trekker met een lange wielbasis. Minder goed: de trekker is log, en een beetje bokkig. Het type trekker waarmee je de hele dag vooruit rijdt, zoals op de Amerikaanse prairie, en je ’m alleen voor het avondeten in de achteruit zet.
Lees verder onder de foto
De tweede Amerikaan op het bedrijf is de John Deere 8345R. Die kwam jong gebruikt, met 1.500 uren op de teller. Hij heeft meer in zijn mars, 125 pk extra ten opzichte van de 8400. Hoewel alles soepeler werkt en er meer mogelijkheden zijn, blijft de 8400 favoriet. Inmiddels zijn er zes John Deeres. Een kleine 930 uit 1979 blijft verbazen, het woord paradepaardje valt. Het ding start altijd en is goed voor kleine klussen.
Getrokken Väderstad
Achter de 8400 hangt een grote Väderstad-zaaicombinatie. De akkerbouwer zaait bij zo’n 10 km/u. Die hoge snelheid is haalbaar omdat de kouterdruk zeker 250 kilo is. “Daar zaai je nog mee door het asfalt heen”, grapt de akkerbouwer. Deze druk is echt nodig, omdat de machine anders de neiging heeft over de grond te hobbelen. Hoewel de zaaimachine met volle tank zo’n 6.500 kilo weegt, spoort hij nauwelijks in. Hij staat namelijk op een hele rij luchtbandjes die het gewicht goed verdelen.
Behalve de zaaicombinatie heeft het akkerbouwbedrijf nog twee Väderstad-machines. Een grote Carrier 650-schijvencultivator en een Topdown 300-cultivator. Tijdens een tweede bezoek zien we die in actie. Wilbert Nieuwenhuis bestuurt de John Deere 8345 R met zijn karakteristieke, aflopende neus over een zojuist gedorst perceel. Binnen 24 uur na het dorsen moet de stoppel zijn ondergewerkt. De Topdown is voorzien van een biodrill-zaaimachine om eventueel in dezelfde werkgang een groenbemester te zaaien, maar deze keer gaat het alleen om het onderwerken. Goedkeurend bekijkt de akkerbouwer de grond, en toont een kluit waar regenwormen tevoorschijn komen. Om de capillaire werking van de grond te bevorderen is om de 30 cm een woelpootje bevestigd, daartussen blijft de bodem onaangeroerd.
Lees verder onder de foto
Dorsen
Na een klein oponthoud vanwege een lekke band, is de maaidorser weer in actie op een perceel grenzend aan de Polderbaan. De John Deere 6920, die gewoonlijk als spuittrekker dienstdoet, staat voor de BeBoMa-kipper. Die is uitgerust met een grote compressor. In 2,5 minuut is de bandendruk van de zes wielen van de kipper en vier stuks van de trekker met 2,2 bar verlaagd. Beide kippers zijn afgelakt in Väderstad-rood.
Wat de toekomst gaat brengen, daar zijn vader en zoon duidelijk over. Dat gaat richting robotica. Maar voor het zover is moet er nog wel een knop om, en zullen ze de infrastructuur moeten aanpassen aan een 24-uursbewerking.
Tekst en foto’s: Mark Pasveer
Gerelateerde tags: Machinepark, Niet-kerende grondbewerking