Eicher 400 Unisuper is complete rooier uit vier donors
Tiemen Bosma’s Eicher 400 Unisuper rooide dit jaar voor het eerst weer bieten met een opgebouwde Eicher-bietenrooier.
Naam: Tiemen Bosma (61)
Woonplaats: Ens (Fl.)
Beroep: handel in leer-restauratieproducten
Waar vind je een Eicher-bietenrooier?
Die vind je eigenlijk niet. Hoewel het een Duitse machine is, zijn ze daar maar weinig verkocht. Naar verluidt gingen verreweg de meeste naar Nederland. Willem Kloppenburg in Munnekezijl (Fr.) heeft destijds de meeste verkocht, wel meer dan 150 stuks. In Zeeuws-Vlaanderen zette Riemens in IJzendijke er ook zo’n 30 stuks in de markt; in totaal ging het in het Zuidwesten om zo’n 60 stuks. Van de werktuigendragers waar de machine op werd gebouwd zijn er nog wel flink wat over. Complete bietenrooiers zijn er hooguit nog een stuk of wat. Als je goed zoekt, kun je her en der nog wat onderdelen vinden.
Lees verder onder de foto
Uit onderdelen opgebouwd?
Na drie jaar zoeken had ik van vier verschillende rooiers genoeg onderdelen om er één compleet te maken. De trekker, een G400 Unisuper uit 1967, vond ik in Zeeuws-Vlaanderen. Compleet, maar hij lag wel deels uit elkaar. Met hulp van Kees de Nood – een goede bekende van me die als loonwerker met die machines heeft gerooid, en daar ook nog steeds veel interesse in heeft – kwam de motor weer voor de trekker en kon hij weer rijden. Hij hielp ook zoeken naar onderdelen. Het bunkergedeelte komt uit Noord-Duitsland, via een boer uit Zeeuws-Vlaanderen die daar in 1965 naar toe is verhuisd. Het achterste deel van de rooier komt van het vroegere loonbedrijf Gebr. Geene in Wolphaartsdijk.
Puzzelstuk?
De grootste puzzel was het vinden van alle onderdelen, inclusief de hulpstukken die Eicher erbij leverde om de rooier makkelijk op en af te bouwen. Dan begint het schoonmaken, repareren, reviseren, in de verf zetten en opbouwen. Inmiddels had ik ook alle documentatie van de bietenrooier verzameld, inclusief een onderdelenboek waar veel nauwkeurige tekeningen van de onderdelen in staan. Voor zover er nog wat ontbrak, was het daarmee te doen om dat zo goed mogelijk na te maken.
Lees verder onder de foto
Groene spijlen op de loofband?
Op de looftransporteur vind je inderdaad een aantal groene spijlen. Dat zijn Stoll-onderdelen, en die waren groen. De rooier is bij Eicher gebouwd en werd ook onder die naam verkocht. Maar specifieke componenten, zoals de rooischaren, het kopsysteem, de bladafvoer en de bladpoetser, komen bij Stoll vandaan. De eerste productiejaren waren de rooiercomponenten in de groene kleur van de Eicher-opraapwagen, en voorzien van het oude Eicher-logo. De latere exemplaren waren rood gespoten. Daar stond de naam Eicher op in het lettertype dat we vanaf begin jaren zeventig kennen.
Starten en lopen?
De trekker was technisch nog behoorlijk goed. Hans Nijhof, ook een bekende Eicher-liefhebber, heeft de brandstofpomp afgesteld. Maar de motor is niet uit elkaar geweest, dat lijkt allemaal nog behoorlijk goed.
In september was het grote moment daar: bieten rooien! Allicht moet je even het een en ander afstellen, maar het rooit goed. Hoewel de rooier compleet is, zijn er nog een paar dingen te doen. Het is de bedoeling er stuurbekrachtiging op te bouwen. Dat was destijds ook leverbaar en is bijna onmisbaar, omdat het met een volle bunker erg zwaar stuurt. Eicher leverde ook nog een aparte kap om over de originele motorkap te zetten. En er was een verlichtingsset leverbaar. Die zit er ook nog niet op – al is het niet de bedoeling om in het donker te gaan rooien. Maar nu alles functioneert, is het mooi om bij gelegenheid af en toe eens een paar kippertjes vol te draaien. In Zeeuws-Vlaanderen gaf Kees de Nood de machine al een flinke vuurdoop door een 1,5 à 2 hectare met de machine te rooien.
Lees verder onder de foto
Tekst: Martin Smits, Foto’s: Peter Roek
Gerelateerde tags: Bietenrooier, Oldtimer