China schuld aan prijsexplosie grondstoffen
Volgens de Italiaanse voorzitter van de Feder-Unacoma is het Chinese beleid debet aan explosieve prijsstijging van grondstoffen om landbouwmachines en -trekkers te produceren. De komende zes tot acht maanden is productie zeker. Daarna niet.
Op de eerste dag van de Eima in Bologna (It.) haalt de Italiaanse voorzitter Alessandro Malavolti van de Italiaanse federatie Agrotechniek -de Feder-Unacoma- hard uit naar China. Dat de Chinese overheid de export van grondstoffen beperkt, maakt dat de productie van grondstoffen zoals staal en elektronica, niet aan de vraag kan voldoen. Gevolg: torenhoge prijsstijgingen.
Malavolti onderbouwt zijn betoog met een reeks aan voorbeelden van prijsstijgingen. Alleen al in de maand september 2021 zou de prijzen, vergeleken met een jaar eerder, zijn gestegen met 234% voor plaatstaal, met 200% voor gewalst staal, met 120 tot 160% voor kunststoffen en ook bijvoorbeeld de containertransport over zee verdrievoudigde bijna volgens de World Container Composite Index. Elektriciteit werd 365% duurder in september. Wat dat laatste betreft zouden er zelfs al sprake zijn van stroomuitval in diverse streken omdat ook grondstoffen voor de productie van energie, zoals steenkool, schaars zijn. Tot slot noemt de voorzitter het metaal silicium, nodig voor de productie van onder meer chips en elektronische componenten, dat steeg met 300 procent in slechts twee maanden tijd.
Zes tot acht maanden veilig
Volgens Malavolti zijn de fabrikanten volop bezig om de inkoop van grondstoffen veilig te stellen. Volgens hem is dat gelukt voor de komende zes tot acht maanden. Daarna is het nog maar onzeker hoe de toevoer van grondstoffen ervoor staat. “De politiek is aan zet. Zij moet zorgen dat de markt voor grondstoffen niet verder verslechterd en uiteindelijk op slot gaat”, zo stelt Alessandro.