Agrifac werktuigendrager, zelfrijdend én multifunctioneel
Al lang stond deze machine op de wensenlijst bij Rovers Loonbedrijf: een zelfrijdende kunstmeststrooier. Met vierwielbesturing én spoorbreedteverstelling biedt die legio voordelen ten opzichte van een trekker. Dus gingen de mannen aan het sleutelen.
Lees verder onder de foto
Rovers zit als loonbedrijf in een werkgebied met zowel veehouderij als akkerbouw, met uiteenlopende teelten en teeltsystemen. Zo kan het zijn dat ze opvolgend kunstmest strooien tussen de bieten op 2,00 meter spoor, in de aardappelen op 2,25 meter of bij een klant met conserven op 1,50 meter spoorbreedte. In de praktijk betekent dat omkoppelen: de kunstmeststrooier hing beurtelings achter drie trekkers met verschillende sets wielen. En met die trekkers liepen ze tegen meer nadelen aan, want hiervan lopen de voor- en achterwielen niet spoorvolgend in het spuitspoor. En tot slot heeft een trekker beperkte bodemvrijheid, waardoor deze het gewas soms beschadigde.
Agrifac als basis
“In ons achterhoofd hadden we daarom al heel lang het idee om ooit een zelfrijder te bouwen om kunstmest mee te strooien”, zegt Peter Rovers, die het loonbedrijf met akkerbouwtak samen met broer Willy en neef Leo runt. Hoe die zelfrijder precies moest worden, dat was een beetje de vraag. In 2018 werd het idee opeens weer actueel, via een omweg. Rovers: “Toen werd onderzaai in mais verplicht. Hiervoor zochten we óók een machine met hoge bodemvrijheid en vierwielbesturing. Dit om zo min mogelijk mais plat te rijden.” Zo kwam het idee om dan maar in één klap een machine te bouwen die multifunctioneel is. Dus om zowel gras mee onder te zaaien als kunstmest te strooien, door te werken met een verwisselbare opbouw. Rovers had al positieve ervaringen met zelfrijdende Agrifac-spuitmachines op het bedrijf, dus de logische keuze was om zo’n machine als basis te nemen. In januari 2019 werd een gebruikt exemplaar zonder spuitbomen gekocht met 8.000 uur op de klok.
16,5 meter onderzaaiboom
Rovers demonteerde de spuittank en de pompen en maakte het chassis strak. Normaal deinst men in de eigen werkplaats niet terug voor grotere klussen, maar gezien de tijdsdruk is vorig jaar gekozen om de bouw van de onderzaaitechniek uit te besteden aan Berkers Techniek in Deurne. Rovers had een duidelijke visie op hoe dat zou moeten: een brede boom voor minimale rijsporen, hangende elementen die via gewasgeleiders zelf hun weg tussen de rijen mais zoeken, én voorzien van tanden om het graszaad goed in te werken. De elementen zijn ook in zes secties opklapbaar. Dat werkte vorig seizoen mooi volgens Rovers. “De machine werkt het graszaad goed in en je kunt ook rijden in mais die 2 meter hoog staat. Omdat hij 16,5 meter breed werkt en de wielen in hetzelfde spoor lopen, rijd je amper mais plat.”
Vanghaken en twistlocks
Deze onderzaaimachine is via aangebrachte vanghangen gemonteerd aan het originele Agrifac-hefframe achterop, alles met het idee dat dit snel af te bouwen is. Rovers kan de gehele boom snel en stabiel afzetten op speciale steunen. Hier is over nagedacht. Hetzelfde geldt voor de voorraadtank met pneumaat. Dit is feitelijk de fronttank van de maiszaaicombinatie, die ze via speciale steunen snel op de zelfrijder kunnen hangen en die er ook net zo snel weer af kan.
Lees verder onder de foto
Multifunctioneel dus, en zo komen we weer bij het idee van de kunstmeststrooier. Afgelopen winter was er tijd om die opbouw in de eigen werkplaats te maken. Ook hier was het vertrekpunt een heldere visie. Reeds vooruitgedacht waren de genoemde vanghaken aan de Agrifac. Hierin bouwde Rovers een tussenbok, met daaraan gekoppeld de standaard kunstmeststrooier, die dus ook zó weer achter de trekker kan. In de tussenbok is een hydromotor met tandwielkastje gebouwd. Deze verzorgt via een standaard aftakas de aandrijving van de strooier. Intussen is deze ook voorzien van een elektronische toerentalbewaking, zodat de strooier altijd 1.000 toeren draait, onafhankelijk van het motortoerental.
Geen bunker, maar laadkraan
Rovers koos bewust niet voor een kunstmestbunker boven op de zelfrijder. Dat zou veel te hoog worden om met een heftruck of wiellader te laden. Bovendien is er steeds minder kunstmest in bulk; veel klanten bestellen diverse soorten op maat gemaakte kunstmest in bigbags. Rovers: “Dan zou er altijd iemand met de loader of heftruck bij moeten zijn om de kunstmeststrooier vol te gooien. Liever wil je jezelf kunnen redden.” Zo ontstond het opvallende idee van de laadkraan.
Lees verder onder de foto
Zeven bigbags mee
Rovers bouwde zelf een stevig laadplatform. Dat kunnen ze snel met twistlocks op het chassis van de Agrifac vastzetten. Daarna werd er een gebruikte laadkraan gekocht, opgeknapt en vastgebouwd op dat platform; twee hydrauliekslangen met snelkoppelingen voorzien de kraan van olie. De bestuurder kan direct vanuit z’n cabine het platform oplopen om de kraan met een ventielenblok te bedienen. Of hoge opgebouwde kraan stabiel genoeg is? “Dat was inderdaad een vraagteken, maar de stabiliteit valt ons alles mee. Er zijn geen stempelpoten nodig om een bigbag kunstmest over de zijkant te laden. Je ziet ’m amper bewegen. We zetten dan de spoorbreedte wel maximaal.” Opgeteld is er ruimte voor drie bigbags à 600 kilo in de strooier en vier stuks op het platform. De kraan heeft uiteraard genoeg bereik om in het veld de zakken achter in de strooier te legen.
Hoger boven het gewas
Veel bodemvrijheid, alle wielen door één spoor en ook nog een hydraulische variabele spoorbreedteverstelling. Dáár was het om te doen, en die voordelen komen er ook echt uit volgens Rovers. Om het helemaal áf te maken kwam er dit seizoen een set brede banden bij, voor minimale insporing op gras. Nog een voordeel in de praktijk: de strooier hangt nu veel hoger boven het gewas en dat komt volgens de loonwerker annex akkerbouwer het strooibeeld in hogere gewassen ten goede.