Minimum Risk: Compacte kanonnen
Kleine trekker, formaat grasmaaier. Dat is je eerste indruk van de Compact Diesels. Met een opgevoerde diesel uit een auto onder de kap, janken ze over de baan als een soort mini-Prostock. Klopt ook: ze hebben dezelfde techniek aan boord. Jaap Struyk vertelt bevlogen over de ins en outs van zijn Minimum Risk.
Eind vorige eeuw begon een clubje vrienden in het zuiden des lands met mini-trekkers. Dit kreeg een officieel tintje met de oprichting van de MTTC, de Mini Trekkertrek Club. In het oosten van het land ontstond de NGO, de Nederlandse Gardenpulling Organisatie. Beide groepen vonden elkaar, en gingen op in de Compact Diesel-klasse van de NTTO. Vanaf 2008 rijdt de klasse in competitieverband binnen de National divisie.
Lees verder onder de foto
Het reglement schrijft een viercilinder dieselmotor uit een personenauto voor, maximaal een 2,5 liter achtklepper met één turbo. Het recept voor meer vermogen is gelijk aan dat bij een grote trekker: veel lucht en veel brandstof. Jaap vertelt: “In de loop der tijd hebben de VW- en PSA-motoren (Peugeot) bewezen het meest geschikt te zijn. Daardoor is in de klasse een gezonde rivaliteit ontstaan. Vergelijk het met de strijd tussen rood (IH) en groen (JD) bij de grote trekkers. De VW’s draaien wat meer toeren, de PSA’s maken wat meer koppel.”
Dikke pomp
De motor van Minimum Risk is een PSA 2.0 HDI. Een krukas uit een oude 2,1 liter diesel en zelf ontworpen zuigers met een iets grotere boring brengen de cilinderinhoud op 2.185 cc. Deze motor krijgt zijn diesel via een Bosch P-pomp uit de 7000-serie, een lummel van een pomp waarmee je een grote trekkermotor nog verzuipt. “Iedereen zei dat zo’n dikke pomp op een automotor nooit goed kon gaan. En inderdaad, in het begin sneuvelde de aandrijving ervan meer dan eens. Aanpassingen aan de verstuivers en het nokkenasprofiel van de pomp waren noodzakelijk om de boel bedrijfszeker te krijgen”, aldus Jaap. De pomp draait zonder regelaar. Ofwel: de stand van de gashendel bepaalt rechtstreeks de ingespoten hoeveelheid diesel. De bestuurder regelt dus het stationair en maximum toerental.
Lees verder onder de foto
Een Holset HX50-turbo – die je normaal gesproken terugvindt op vrachtwagens van dik 400 pk – blaast lucht met 5,5 bar het motortje in. Een watergekoelde interkoeler brengt de gloeiend hete inlaatlucht van meer dan 300 graden terug naar circa 40 graden. Waterinjectie voorkomt gesmolten zuigers als de gigantische hoeveelheid diesel verbrandt. Dankzij speciaal gemaakte aluminium drijfstangen blijft de boel ook bij 7.000 (!) toeren nog heel. Dit alles is goed voor 500 tot 600 pk.
Lees verder onder de foto
Bijzondere vertraging
Via een zelfgemaakte koppeling komt het vermogen bij een 9 inch Ford-differentieel in een eigen behuizing. Omdat de vertraging van kroon- en pignonwiel niet groot genoeg is, combineert Struyk de achteras met een planetaire vertraging. Deze zit echter niet in het achterwiel – zoals bij pullers gebruikelijk is – maar in de aandrijfas naar het differentieel. Met een vertraging van 1:3,55 voor het planetair en 1:2,5 voor het kroon- en pignonwiel, komt de totale vertraging op 1:8,88; goed voor een wielsnelheid van rond de 120 kilometer per uur.
Meidenteam
Sinds 2013 heeft Jaap een vaste rijder: Sandra Wagemakers. Sandra is voor de duivel niet bang, en kreeg tractorpulling met de paplepel ingegeven. Haar vader Jan maakte deel uit van het roemruchte Red Diamond-team. Voor Sandra bouwde hij Little Diamond, een trekker in de Light Compact Diesel-klasse. Een klasse zonder turbo, waarin je vanaf 12 jaar mag deelnemen. In 2012 zei de toen 17-jarige Sandra tegen Jaap dat ze die Minimum Risk ook wel eens wilde temmen. Na een zeer geslaagde rit vroeg hij haar: “Heb je volgend seizoen wat te doen?” Sindsdien is Sandra de vaste bestuurder, en maken ook haar vriendinnen Kristel Hendrikx en Claudia Rombouts deel uit van het team.
Lees verder onder de foto
Motorkappen
Zo’n kleine motorkap maken is een vak apart. Jaap: “Je kunt niet alles exact op schaal namaken, dan kom je niet uit met de reglementen óf de beschikbare ruimte. De kunst is om kenmerkende details op de juiste manier uit te voeren, dan blijft de gelijkenis het grootst.” Jaap maakt de kappen ook voor andere deelnemers; zelfs grote kappen. “Voor het nieuwe aluminium kapwerk van Easy Rider vond ik op internet het originele ontwerp voor de Case IH Magnum. De ontwerper had zich laten inspireren door het ruimteschip Enterprise. De scherpe kantjes waren bij de serieproductie van de Magnum verdwenen; die heb ik in de aluminium kap weer terug laten komen.” We mogen nog geen foto schieten. “Het is aan de klant om het nieuws aan de buitenwereld te tonen, ik houd alles stil.”
Lees verder onder de foto
Methanol
Over het verstoken van methanol heeft Jaap zo zijn eigen theorieën. Om die te testen zat er maar één ding op: zelf een methanolmotor opbouwen. Als je dan toch aan de slag gaat, waarom dan niet een complete trekker? Onder de vlag van de ETPC bestaat de 600 kilo Modified-klasse, een vrije klasse onder de Mini Unlimiteds. Die leek Jaap geschikt om zijn theorieën te testen. Tijdens de bouw voerde de NTTO echter een reglementswijziging door waarmee het ook mogelijk werd om op methanol met een 2 liter viercilinder in de Compact Diesel-klasse mee te strijden. Er moet dan wel een restrictor op met een doorlaat van maximaal 55 millimeter.
Lees verder onder de foto
De plannen wijzigden: de wielbasis is met 40 centimeter ingekort, en er moest een motorkap op. De positie van de rolkooi, zo ver naar voren, is een overblijfsel van de eerste plannen. Maar dit blijft zo omdat Jaap denkt die extra kilo’s op de vooras nodig te hebben. Als-ie klaar is, weegt hij 400 kilo op de vooras.
Het onderblok is wederom van een Peugeot 2.0 HDI. “Hiermee hebben we zoveel ervaring dat we weten hoe we het heel moeten houden. De cilinderkop mag slechts twee kleppen per cilinder hebben. Hij komt uit een Citroën BX met benzinemotor”, legt de techneut uit. Naast een turbo krijgt deze trekker ook een interkoeler en waterinjectie. Jaap verwacht dat deze motor uiteindelijk flink meer vermogen levert dan de diesel, reden dat een kleinere vertraging is ingebouwd. De grootste vertraging die voor een 9 inch Ford-achteras leverbaar is, is 1:7,2. Daarmee kan een planetair achterwege blijven. Scheelt weer aandrijfverlies en gewicht.
Lees verder onder de foto
Digitale hippie
Jaap is een creatieve idealist die pragmatisch te werk gaat. Hij omschrijft zichzelf als een ‘digitale hippie’. Hij gebruikt gratis software waarvan de broncode vrij toegankelijk is (open source), en hij deelt zijn ontwerpen. Op zijn computer draait Linux i.p.v. Windows, de tekeningen maakt hij in FreeCAD. Die zijn op internet terug te vinden via GrabCAD, een internet community die ontwerpen gratis deelt. Onderdelen die niet kapot gaan (frames, rolkooien en motorkappen) bouwt hij ook voor anderen. Het motormanagement van de nieuwe puller is van Speeduino, een ECU gebaseerd op het moederboard van Arduino. Ook hiervan bestaat op internet een hele community die alles met elkaar deelt.
Wanneer Jaap de methanoltechniek onder de knie heeft, volgt misschien de instap in een andere klasse. Welke, dat houdt hij nog even voor zich. Een ding wil hij al wel verklappen: “Ik ga niet met een V8 rijden!”
Tekst: Ruben Fortuin
Foto’s: Peter Roek, Rudy Linthorst, Ronnie Kamp
Gerelateerde tags: Tractorpulling