fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Topidee strandt in vlammenzee

In hun eigen werkplaats bedachten en bouwden Marc en René Rodenburg een machine die vers gras maait, direct opraapt en meeneemt. Als één zelfrijdende combi, en dat is uniek. De broers dachten overal goed over na, en ook in de praktijk bewees de machine goed te werken. De enorme trots sloeg door brand om in forse teleurstelling. De machine is nu afgeschreven, het concept zeker niet.

De broers Marc (31) en René (26) Rodenburg sleutelen al jaren aan trekkers en andere machines. Steeds meer klanten klopten aan, en daarop startte Marc enkele jaren geleden zijn eigen mechanisatiebedrijf in Aarlanderveen. René is zzp’er en werkt zowel in het bedrijf als voor derden.

De broers Marc (31) en René (26) Rodenburg sleutelen al jaren aan trekkers en andere machines. Steeds meer klanten klopten aan, en daarop startte Marc enkele jaren geleden zijn eigen mechanisatiebedrijf in Aarlanderveen. René is zzp’er en werkt zowel in het bedrijf als voor derden.

Vers gras voeren staat enorm in de belangstelling. Het staat ook wel bekend als zomerstalvoedering. Om in één werkgang te maaien én op te rapen, werken veehouders vaak met een maaier in de fronthef en een opraapwagen achter de trekker. Speciale getrokken wagens die in verstek maaien en direct laden zijn de laatste jaren ook in zwang. Beide methoden waren echter geen optie voor een melkveehouder in Aarlanderveen, vlak bij Alphen aan den Rijn (Z.-H.). Dus klopte hij aan bij z’n handige buurtgenoten – of de Rodenburgs niet iets konden bedenken om het verse gras schoon en onbeschadigd voor het voerhek te krijgen zonder de graszode te beschadigen.

Jaarrond op natte grond

Dan moet je weten dat de regio bestaat uit zeer laaggelegen en natte veengrond. “Als je de grond niet kent, weet je niet wat je meemaakt. Een 8 kuub mesttank is eigenlijk al te zwaar hier”, legt Marc uit. Vandaar dat de veehouder getrokken machines niet ziet zitten. Want zomerstalvoeren doe je liefst jaarrond, dus ook in het voor- en najaar, onder nattere omstandigheden. Bij de werkwijze met een frontmaaier spettert er bovendien modder in het zwad wanneer de trekker er met de wielen langs rijdt. Met een getrokken ‘zerograzer’ rijdt je vandaag in het spoor van gisteren. Ook de kleine banden onder zulke machines maken het geen optie in de ogen van de veehouder. Die heeft ook een heldere visie over hoe het verse gras voor het voerhek bij de koeien moest komen. Marc: “De wens was om het gras voor de koeien krijgen zoals het in het land groeit. Schoon, en zo onbeschadigd mogelijk. Van Pasen tot kerst, onder alle omstandigheden.”

Lees verder onder de foto

In ruim drie maanden is de machine gebouwd. Gras maaien en direct oprapen zonder dat het de grond raakt, met één wiel per spoor en een lage bodemdruk. De theorie werkte in praktijk.

In ruim drie maanden is de machine gebouwd. Gras maaien en direct oprapen zonder dat het de grond raakt, met één wiel per spoor en een lage bodemdruk. De theorie werkte in praktijk.

Dit wordt ’m niet

De techneuten konden hun gang gaan. In onderling vertrouwen werd een budget afgesproken en heel veel denkwerk volgde. Eén concept bleef terugkomen: een zelfrijder. Alleen dat biedt ruimte voor grote banden die ook nog eens aangedreven zijn, en dus altijd blijven rollen.

De broers hielden hun ogen open voor een machine die als basis kon dienen. Op het internet vonden ze een tot overlaadwagen verbouwde Riecam RBM 300S, van oorsprong een bietenrooier. “We gingen kijken, maar hij was 3,70 meter breed. Daar kun je hier in de polder niks mee. We waren nog benieuwd naar het gewicht, maar hij paste niet eens op de weegbrug. Door overdwars en in twee keer te wegen, kwam de teller op 19 ton.” ‘Dit wordt ’m niet’, dachten de drie mannen op weg naar huis.

De snijbrander erin

Maar eenmaal in de werkplaats begonnen de ideeën toch op te borrelen. René: “We kwamen tot de conclusie dat élke rooier vanwege het superzware chassis veel te zwaar zou zijn als basis. Daar moesten we hoe dan ook iets anders voor bedenken.” De Riecam, op keurige 1050-banden, met een watergekoelde Deutz-V8, werkende rijaandrijving en vierwielbesturing, bleek opeens zo gek niet meer als vertrekpunt. ‘Laten we onze zware vriend maar kopen’, hakte de veehouder uiteindelijk de knoop door.

Op een avond net na kerst 2019 is de kolos afgeleverd. De bunker sloopten ze er buiten af, de rest ging rijdend naar binnen. In twee dagen is de Riecam met de snijbrander praktisch helemaal kortgesneden. De mannen demonteerden en labelden de complete rijaandrijving. Uiteindelijk lagen er nog vier wielmotoren op de vloer van de werkplaats. “Dat was wel even schrikken voor de klant, toen hij kwam kijken”, lachen de mannen. De voldoening die ze uit het hele bouwproces haalden, leeft weer op bij het terugkijken van de foto’s.

Lees verder onder foto

Rodenburg kocht een oude Riecam-zelfrijder als basis. Na twee dagen met de snijbrander bleven daar vier wielmotoren met fuseebesturing van over. Het nieuwe chassis moest vooral licht blijven.

Rodenburg kocht een oude Riecam-zelfrijder als basis. Na twee dagen met de snijbrander bleven daar vier wielmotoren met fuseebesturing van over. Het nieuwe chassis moest vooral licht blijven.

Smal nieuw kokerchassis

Rodenburg begon met een nieuw, smal en licht chassis uit twee lange centrale kokerprofielen van 15×20 centimeter. Dat gaf voldoende ruimte voor de stuuruitslag van de brede banden én de machine bleef zo binnen de 3 meter. De ophanging van de wielmotoren maakten ze aan ingekorte asdelen vast. Zo werd het ook mogelijk om met de machine in hondengang te gaan rijden. Een ontwerp was er niet, door passen en meten vonden alle componenten hun plek. Links aan het chassis de motor, rechts de pompen. Klinkt nu simpel, maar dat was het niet. “Met niets beginnen, en dan met vier banden van 1 meter breed tóch binnen de 3 meter breedte willen blijven. Daar hebben we soms wel een nacht van wakker gelegen”, blikt René terug.

Voorop kwam een lichte hef met veerontlasting voor de hydraulisch aangedreven maaier, en daarboven nieuwe steunen voor de cabine. Van een oude Taarup-opraapwagen is de bakopbouw gebruikt, voorzien van een zelfgebouwde invoer. Die pikt het gras direct beneden op vanaf de 3,2 meter brede frontmaaier, zonder dat het de eerst grond raakt. Hoe ze dit exact construeerden willen de sleutelaars niet prijsgeven. Voor de rest zijn er geen geheimen. Achter de Taarup-bak bouwden de broers de bodem van een oude Strautmann-opraapwagen. Dankzij deze constructie kon de veehouder het verse gras rechtstreeks lossen in z’n horizontale voermengwagen.

Maanden goed gedraaid

In eerste instantie dachten de sleutelaars dat het een taaie klus zou worden om hun ‘Grazer’ al in het voorjaar van 2020 de wei in te kunnen jagen. Dat bleek gaandeweg mee vallen, mede omdat ze de hulp inriepen van zzp’er Stef Kooter. Uiteindelijk moesten de mannen zelfs nog een week wachten met testen, aangezien het gras nog niet lang genoeg was. Eind maart, na krap drie maanden bouwen, leverden ze de Grazer af en is hij in gebruik genomen. Dat verliep eigenlijk direct goed. “We verzwaarden de meenemers van de Taarup-bodemketting, omdat die niet berekend bleken op het zware, verse gras. Verder zijn wat kleinigheidjes in de aansturing en de invoer aangepast”, blikken de mannen terug.

Ze bouwden de volledige aansturing op via de bestaande CAN-bus, zodat vrijwel alle functies via de joystick te bedienen zijn. Alleen al de hoeveelheid werk die erbij kwam kijken om die toerentallen, drukken en functies kloppend te krijgen. Ook qua gewicht sprong de machine er goed uit, volgens de bouwers. Hij oogt misschien als een massief graskanon, maar zwaar is hij niet. “Als je de vier wielen eraf haalt, dan blijft er weinig over. Het gewicht is vergelijkbaar met een trekker met frontmaaier en opraapwagen”, zegt Marc Rodenburg. René vult aan: “Het lijkt allemaal kolossaal, maar de druk per vierkante centimeter is laag. We konden toen in maart al het land op terwijl er nog water stond. Het idee klopte gewoon.”

Eerst de gedachten weer op een rij

Ook de klant, de melkveehouder, draaide naar volle tevredenheid met de machine. Maandenlang zelfs. Tot 30 juli.

Lees verder onder foto

De machine draait - tot op 30 juli 2020 het noodlot toeslaat. Brand. Een mobiele kraan die toevalig passeerde begon direct met slootwater te scheppen, brandblussers en de brandweer volgden.

De foto’s zeggen alles: de vlammen, de passerende mobiele kraan die direct met zijn bak water uit de sloot haalde om zo te blussen, René die met brandblussers aan de slag ging, vervolgens de brandweer. De broers kunnen de beelden nu weliswaar weer onder ogen zien, maar het raakt de bouwers maanden na dato nog steeds. De emoties schoten die bewuste dag ook alle kanten op. Wat hielp: de bouwers konden met de koper de afspraak maken om er de eerste maand geen woord over te wisselen. Het tekent hoe ziek ze er van waren. “We moesten eerst onze gedachten weer op een rij krijgen”, blikken de mannen terug. Niet gek wanneer je na een jaar denken, bouwen en keihard werken je resultaat in vlammen op ziet gaan.

Lees verder onder foto

Na zoveel tijd en denkwerk kwam de brand hard aan bij de bouwers. Ze konden met de veehouder afspreken om er de eerste maand geen woord met elkaar over te wisselen.

Na zoveel tijd en denkwerk kwam de brand hard aan bij de bouwers. Ze konden met de veehouder afspreken om er de eerste maand geen woord met elkaar over te wisselen.

Niet ‘zomaar materieel’

Dat de machine in brand vloog, komt misschien wel extra hard aan juist omdát de broers zich tijdens de bouw al erg bewust waren van het risico op brand. Daarom bouwden ze alles zo dat nergens grasresten bleven liggen. Dat is later in de praktijk ook regelmatig gecheckt. De motor en de pompen zaten beide in afgesloten compartimenten. De hydrauliektank en de dieseltank plaatsten ze bewust ver van de hittebronnen. Uiteindelijk lijkt een scheur in het uitlaatspruitstuk van de Deutz de boosdoener te zijn. Hierdoor ontwikkelde zich zoveel warmte bij de motor dat het niet meer te houden was.

Of de machine ooit opnieuw zal draaien, is nog steeds de vraag. “Soms zeggen mensen wel, het is maar materieel. Maar dit is niet vervangbaar, er zit zóveel energie en tijd in.”

‘De Grazer’ staat nu weer bij de bouwers op het erf. Of de machine ooit opnieuw zal draaien is de vraag. De onderhuidse schade aan hydrauliek en elektronica is aanzienlijk.

‘De Grazer’ staat nu weer bij de bouwers op het erf. Of de machine ooit opnieuw zal draaien is de vraag. De onderhuidse schade aan hydrauliek en elektronica is aanzienlijk.

Gerelateerde tags:

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Sleutelaar bouwt Vredo VT4546 om tot zelfrijder

Sleutelaar Rob van Steen in Bant (Fl.) kocht in Denemarken een Vredo VT4546 met mestoplegger uit 2015, die hij ombouwde tot...
Afbeelding artikel

Rolstoel mee op de hakselaar

In een rolstoel, en toch op de trekker? In Nederland geldt dit voor een handvol bestuurders. Allemaal mensen die diepgeworteld zijn...
Afbeelding artikel

Zelfrijdende Delvano omgebouwd tot slootkantenmaaier

Marius Lensink in het Gelderse Haarlo bouwde een zelfrijdende Delvano om tot slootkantenmaaier. Dat ging gepaard met het nodige denkwerk, maar...