RMI is eindelijk af, info voor monteurs beschikbaar
Sinds 1 januari 2016 zijn trekker- en machinefabrikanten verplicht om informatie die nodig is voor service en reparaties te delen. Wetgeving is één ding, maar in de praktijk was er geen protocol voor hóe je die info beschikbaar stelt. Zo’n standaard is er nu wel. En zo goed als af.
Half december werden eindelijk twee nieuwe ISO-normen aangenomen, die beide nu het protocol vormen voor fabrikanten om hun service- en reparatie-informatie (Repair and Maintenance Information, RMI in ’t kort) beschikbaar te stellen. Zo’n RMI-verordening moet zorgen voor een niet-discriminatoire toegang tot informatie, zodat er eerlijke concurrentie tussen merkdealer en onafhankelijk monteur kan bestaan.
In feite zijn machinefabrikanten volgens Europese Verordening 167/2013 al sinds 2016 verplicht om informatie te delen, als een niet-geautoriseerde monteur daarom vraagt. Daartoe zijn er verschillende RMI-portals reeds online gezet, zoals rmi.agcopartsandservice.com, rmi.sdfgroup.com en rmi.deere.com. Maar er ontbrak vooralsnog een protocol voor hóe je als fabrikant die informatie nu daadwerkelijk beschikbaar stelt. En die norm is er nu wel. In ISO 22172-1 zijn de eisen samengevat die worden gesteld aan de werking en gebruiksvriendelijkheid van een RMI-web-portal, en ISO 22172-2 omvat alle details over stekkerverbindingen voor on-boarddiagnoses.
In winter 2021
Nu de ISO-normen zijn aangenomen, geldt de deadline voor fabrikant om vanaf 1 juli 2021 het RMI-portal klaar te hebben voor nieuwe modellen. Dat wil zeggen: als een nieuw model wordt geïntroduceerd ná die deadline (of een facelift krijgt), dan moet die voorzien zijn van tenminste één diagnosestekker die voldoet aan SAE J1939-13 (type 1 of 2), een Isobus-diagnosestekker of een juiste OBD-II-stekker. Ook moet voor dát model het RMI-portal werken volgens de ISO-norm. Dit betekent in de praktijk dat de eerste trekkers die aan alle RMI-eisen voldoen waarschijnlijk in de winter van 2021 bij dealers staan.
Nauwelijks onderscheid
De kern van de beide ISO-normen is dat een fabrikant nog nauwelijks onderscheid maakt in informatievoorziening tussen een eigen merkdealer en onafhankelijk monteur. Zo staat beschreven dat het detailniveau van (bijvoorbeeld) bedradingsschema’s gelijk is. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld diepgang, en taal. Er mag een vergoeding worden gevraagd voor de informatie, maar ook die abonnementsprijzen mogen niet hoger zijn dan wat een merkdealer ervoor betaald. Wie de ISO-normen doorspit, leest dat een fabrikant nog wél onderscheid mag maken in navigatiewijze door, en weergave van de informatie.
Lees verder onder de foto
Ook voor getrokken materiaal en werktuigen geldt dat een niet-merkdealer net zoveel kan doen als de merkdealer. Uitzonderingen: zelfrijders, kleine productieaantallen, en machines waarin simpelweg nauwelijks elektronica zit. Voor dat laatste geldt: als de merkdealer een computer kan aansluiten, moet een onafhankelijke dealer dat ook kunnen.
Bedradingsschema’s
RMI draait om info die nodig is voor het stellen van een diagnose, doen van onderhoud, inspectie en reparatie, die de fabrikant óók beschikbaar stelt aan de geautoriseerde dealers. Dan moet je denken aan werkplaatshandleidingen, hydraulische- en bedradingsschema’s, onderhoudsschema’s en informatie zoals oplossingsrichtingen bij diagnostische foutcodes.
In de praktijk kun je dus via het RMI-systeem van de fabrikant een bedradingsschema bekijken. En het RMI-systeem moet bij een diagnostische foutcode een lijstje tonen met potentiële oorzaken of hints voor een nader onderzoek, en op hetzelfde niveau als een merkdealer dit ziet.
Je kunt overigens niet zomaar bij die gegevens. Als onafhankelijk monteur moet je je eerst registreren, en dan moet de fabrikant je toegang nog accepteren. Als je onjuiste persoonsgegevens invult, of de fabrikant kan je identiteit of legitimiteit niet valideren, dán mag de fabrikant je toegang weigeren. Daarvoor moet de fabrikant wel een reden geven, op een snelle en uitgetekende manier, en je mag dan opnieuw registreren.
Verschillende tarieven
Dan nu over die kosten. Fabrikanten mogen een ‘redelijke’ vergoeding vragen voor de info, maar volgens de ISO-standaard mag dat niet méér zijn dan voor eigen merkdealers. Fabrikant kunnen ervoor kiezen om pakketten samen te stellen en verschillende (maar wel redelijke) prijzen te hanteren voor bepaalde diepgang (fout uitlezen, of aanpassingen doen) en termijnen (voor een uurtje, dag, week of jaar). Er wordt overigens niet gespecificeerd, dat een jaarabonnement verhoudingsgewijs net zoveel moet kosten als een dag. Fabrikanten zijn verplicht om de informatie vervolgens aan te bieden in gratis, standaard software plug-ins en bestandsvormen zoals .pdf, .html, .jpg en .png.
Lees verder onder de foto
Aansprakelijkheid wegleggen
Feit is, dat je met de nodige software via een OBD-II – of Isobus-stekker ongewenste foefjes kunt uithalen. Denk hierbij aan het deactiveren of verwijderen van emissietechniek, maar ook het motorvermogen verhogen, urenteller langzamer kunt laten ‘draaien’, of kunt rommelen met veiligheidssystemen. Het is zo: fabrikanten mogen zaken afschermen in het RMI-systeem, als iets schadelijk is voor machine óf milieu. Sowieso wordt er geregistreerd wie er ‘inbreekt’ in het systeem, wat diegene doet. Daarom moet je na het inloggen akkoord gaan met de aansprakelijkheid.
Bruikbaar in praktijk
De ISO-normen zijn zó opgesteld, dat op (bijna) alle vlakken er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen merkdealer en onafhankelijk monteur. Maar laat een ding duidelijk zijn: fabrikanten zijn doorgaans niet in de stemming om je te helpen. Ze zullen het ‘inbreken’ in de software niet makkelijk maken. In de praktijk zal blijken of RMI ook praktisch toepasbaar is. Waarschijnlijk arriveren nieuwe trekkers pas na de garantieperiode bij een onafhankelijke werkplaats, dus dit weten we in de winter van 2022, of 2023.