Ontworpen door het Engelse Simba, later verkocht als Great Plains DTX en na enkele aanpassingen nu als Kverneland DTX te koop. De woel-schijvenegcombinatie van het Noorse bedrijf heeft al een bijzondere historie. We konden hem eens aan de tand voelen. Een impressie:
In het Groesbeekse zand staat de Kverneland DTX verscholen achter een Case IH Optum 300 CVX. De trekker lijkt op het eerste oog veel te groot voor de 3 meter brede machine. Toch is het schijn die bedriegt. De ‘kleine’ woel-schijveneg legt de 300 pk sterke Optum met gemak op de knieën. De vermogensbehoefte van de machine komt door de verplaatsing van een flinke hoeveelheid grond. Normaal is de snelheid bij woelen een stuk lager dan bij schijveneggen. Om een goede werking van de schijveneg te garanderen is een rijsnelheid tussen 8-10 km/u gewenst. Bij een diepe grondbewerking is een zware trekker dan wel nodig. De fabrikant adviseert minimaal 220 tot maximaal 360 pk voor de machine.
De Kverneland DTX 300 combineert vijf woeltanden die maximaal 40 centimeter diep kunnen met een schijveneg. Omdat de schijveneg snelheid nodig heeft om goed te werken, is een trekker van minimaal 220 pk wel gewenst.
De machine is ontwikkeld om na de oogst de grond tot maximaal 40 centimeter diep los te trekken en meteen de gewasresten te mengen in de bodem. De symmetrische ProLift-tanden zijn gebogen en van chroom-boriumstaal. Deze eigenschappen maken volgens Kverneland dat de slijtage en vermogensbehoefte beperkt blijft. De tanden bestaan uit vijf afzonderlijke slijtdelen die los van elkaar te vervangen zijn. De tanden tillen de grond op zonder dat grote kluiten en stenen naar boven komen. Naast de ProLift-tanden zijn ook de LD-tanden beschikbaar. De LD verwijst naar Low Disturbance, wat weinig verstoring betekent. De vijf tanden staan niet op een rij, maar zijn verspringend gemonteerd. De onderlinge tandafstand is 60 centimeter. De bodemvrijheid bedraagt 55 centimeter. De tanden zijn met een pen-en-gatverbinding verstelbaar. Standaard zijn ze breekbout-beveiligd en hebben een puntdruk van maximaal 4.400 kilo. Optioneel is een hydraulische stenenbeveiliging leverbaar, dan krijgt de DTX de toevoeging ‘Auto-Reset’. De puntdruk is met deze optie instelbaar van 1.700 tot 2.925 kilo.
De Great Plains Simba DTX, zoals de machine voorheen heette, had een iets andere schijveneg met bolle schijven en grote nokken. Kverneland kiest ervoor om zijn eigen bewezen Qualidisc Farmer schijveneg achter de vijf tanden te plaatsen. De schijven zijn conisch van vorm en hebben een diameter van 52 centimeter. Omdat de schijven conisch zijn, behouden ze ook na slijtage altijd dezelfde hoek en werking. De kleine nokken op de schijven zijn een bewuste keuze, om ook bij een geringe werkdiepte volledig los te snijden. De schijven hebben een hardheid van 58 HRC (Rockwellhardheid). Ter indicatie: een ploegpunt heeft bij Kverneland een hardheid van ruim 60 HRC.
Ontworpen door Simba, later verkocht door Great Plains en nu van Kverneland. Het verschil: de bekende schijveneg die we kennen van de Qualidisc Farmer.
De diepte van de schijven stel je hydraulisch in door de rollen achter de eg dieper of ondieper te laten lopen. Door middel van het uitduwen van de twee cilinders creëer je ruimte om vulplaatjes over de zuigerstang te klappen. Om bijvoorbeeld dieper te werken haal je aan beide kanten vulplaten weg, waardoor de cilinder verder naar binnen kan gaan en de rol dus omhoogkomt. Slim: de vulplaatjes zijn scharnierend opgehangen, zodat je nooit met losse vulplaatjes hoeft te slepen. Naast de kunststof vulplaatjes zijn ook metalen vulplaatjes aanwezig die je inklapt om de machine af te koppelen. Tijdens de impressie zagen we wat er gebeurt wanneer je groenbemester niet diep genoeg lossnijdt. Het resultaat is rechtopstaande groenbemesterplanten die nauwelijks een tik hebben gehad. De schijveneg dieper laten werken resulteert dan in een egaal losgesneden gewas, waarna de achterste rij schijven het gewas onderwerken. De schijven zijn met rubberen blokken beveiligd tegen obstakels. Ze veren daarmee automatisch terug naar de goede stand nadat een obstakel onder de schijven door is gegaan. Deze zijn van een dubbel hoekcontactlager voorzien. Een labyrintafdichting voorkomt dat vuil zich op kan hopen in het lager. De lagers zijn aan de ‘schone’ kant geplaats. Grond gaat aan de andere kant langs de schijf, en er komt dus minder grond in de buurt van de lagers.
De werkdiepte van de schijveneg stel je in door de cilinder uit te schuiven en vulplaatjes in of uit te klappen. De diepte van de vijf tanden stel je in door middel van pen-gat-verstellingen. Tijdens het afkoppelen kun je ook de ijzeren vulplaatjes inklappen om het afkoppelen makkelijker te maken.
Achter de schijveneg levert Kverneland de zware DD-roller. De grote, dichte schijven hebben een diameter van 60 centimeter en drukken de losgemaakte grond weer aan om de capillaire werking te herstellen. De zware schijven rollen de grond dus weer een beetje dicht en door het puntige profiel laten de rollen groeven achter in het bodemprofiel. Dit voorkomt verslemping van de bodem. De rollen hebben een zelfscherpende snijkant, waarmee ze kluiten kapotsnijden. Dit moet de verwering van kluiten stimuleren. Achter de rollen is een vinger-eg gemonteerd die gewasresten omhoogtrekt zodat ze kunnen uitdrogen.
De fabrikant gaat met de machine in op de wens om na de oogst sporen van de combine, rooier en wagens los te werken en meteen de gewasresten in te werken. Ook is het mogelijk om de tanden te lichten en in het voorjaar groenbemester met de schijveneg te verwerken. De machine met breekboutbeveiliging is leverbaar vanaf € 20.825. Het model met de hydraulische beveiliging is leverbaar vanaf € 27.715. Om in dezelfde werkgang ook meteen te zaaien, levert Kverneland optioneel de A-drill opbouwzaaimachine vanaf € 6.500. Ook is de Actipack zaaibedrol leverbaar op de DTX.
Gerelateerde tags: Grondbewerking
