Ploegenfabrikant Lemken ziet commercieel weinig in het concept ecoploeg, en staakt daarom productie van de Rumptstad ecoploeg. Dat meldde de Duitse fabrikant vorige week op een persconferentie in het Duitse Alpen.
Lemken nam in 2018 de Nederlandse fabrikant Rumptstad/Steketee uit Stad aan ’t Haringvliet over. De productie van de Rumptstad wentelploeg werd al snel gestaakt, het Rumptstad 480-rister werd aan het risterprogramma van Lemken toegevoegd. De ecoploeg bleef toen vooralsnog in het program.
De laatste tijd is het fenomeen ecoploegen in Nederland weer wat meer in de belangstelling gekomen, mede door nieuwkomers Ovlac en Kramer eco. Ondiep ploegen als kerend alternatief voor niet-kerend werken. Bij ecoploegen wordt minder diep geploegd dan gangbaar, circa 12 tot 18 centimeter diep in plaats van 25 tot 30 centimeter. De risters zijn wat kleiner dan bij een conventionele ploeg. Door ondiep te ploegen houd je de organische stof en meststoffen bovenin de bouwvoor. Lemken is van mening dat het fenomeen ecoploegen net als rond 2000 wederom een tijdelijke hype is, en ziet weinig commerciële mogelijkheden voor de ecoploeg. Rond 2000 verkocht Rumptstad in één jaar 20 ecoploegen, het jaar erop waren er al weer 19 daarvan ingeruild voor een conventioneel exemplaar, aldus Lemken. ,,Wil een gebruiker 16 centimeter diep ploegen in plaats van 20 tot 25 centimeter, dan kan dat ook uitstekend met een standaard-ploeg,” aldus de fabrikant. Een demo op een demoperceel van het Lemken Agrofarm democentre toonde dat ook aan. De demo ondersteunt ook direct Lemkens argument waarom Lemken weinig ziet in ecoploegen. Ecoploegen kan alleen op land dat geheel vlak is. Diepe sporen blijven met ondiep ploegen zichtbaar. Een standaard ploeg is ook meer geschikt grotere hoeveelheden organische massa onder te werken. ,,Met een gewone ploeg kun je ondiep ploegen indien mogelijk, en dieper als het nodig is”, aldus Lemken.
Gerelateerde tags: Lemken
