Loonwerkers zetten samen in op advies (video)
De wereld van de loonwerker is voortdurend in ontwikkeling. Innovaties, nieuwe wet- en regelgeving en de verandering in samenstelling en omvang van boerenbedrijven vragen flexibiliteit in de bedrijfsvoering van de loonwerker. Maar hoe ga je mee met je tijd of hoe loop je hierop vooruit?
Maurice Steinbusch van loonwerkersbrancheorganisatie Cumela houdt de veranderingen in de branche nauwlettend in de gaten. “Er is meer vraag naar de loonwerker als gesprekspartner. Een loonwerker die de vraag stelt ‘wat kunnen wij voor jou doen’. Ze zitten steeds vaker bij de klant aan tafel. En dat is ook belangrijk, want zo kan je ook in gesprek blijven over de veranderingen in de sector en hierover een advies geven.” Steinbusch ziet dat inmiddels veel loonbedrijven samenwerken en onderling machines en personeel ruilen of huren. “Men kiest vaak voor specialiseren, uitbreiden of samenwerken.”
Ondanks de verandering van vraag binnen de sector, is er volgens Steinbusch absoluut een meerwaarde voor de loonwerker. “Loonwerkers zijn flexibel inzetbaar en hun mechanisatiepark is vaak actueel. Dat is, ook met de veranderende wet- en regelgeving, van grote waarde. Daarbij is het met de hulp en advies van loonwerkers mogelijk om eens te kiezen voor een ander gewas of andere techniek dan waar de klant bekend mee is. Je hoeft daarmee niet zelf alle kennis en de nodige machines in huis te hebben en het geeft je wel de mogelijkheid daar eens mee te experimenteren”.
Loonbedrijf De Schalm richt zich steeds intensiever op het verbeteren van de bodemconditie. Deze manier van werken is inmiddels uitgegroeid tot een op zichzelf staand bedrijf: C-Cycle.
Het idee ontstond zo’n tien jaar geleden, toen ze een NIR-sensor op de hakselaar hadden gebouwd. Er bleek een enorm kwaliteitsverschil te zitten tussen de gewassen van verschillende percelen. Vanaf dat moment besloot het bedrijf de aanpak te veranderen en samen met onder andere boeren, rundveeadviseurs en loonwerkers proeven te gaan doen. Met behulp van een grondige bodemanalyse maakt C-Cycle een plan op maat. Door te zorgen voor de juiste structuur, mineralenbalans, sporenelementen en een actief bodemleven, kunnen volgens het bedrijf ook de gewassen op een natuurlijke wijze gezonder en sterker worden. Dit leidt tot een meeropbrengst. De betere verhouding van mineralen en sporenelementen moet zorgen voor toename in de eiwit-, vet- en lactosegehaltes van de melk, meldt het bedrijf. In eerste instantie werd er gedraaid met een proefjaar waarin geïnteresseerde veehouders konden ervaren hoe de complete ruwvoerwinning voor hen georganiseerd en verzorgd werd. Hierbij werden de werkzaamheden gewoon afgerekend. Inmiddels zijn er veehouders begonnen waarbij C-Cycle een vaste vergoeding krijgt per kilogram melk. Daarvoor wordt de grond bewerkt en levert het bedrijf de benodigde hoeveelheid ruwvoer. Dit maakt dat iedereen in het proces, dus ook de loonwerker, erbij gebaat is om kwaliteitswerk te leveren.
Uit een klanttevredenheidsonderzoek van Zuid-Hollandse loonwerkers kwam naar voren dat klanten graag onafhankelijk advies willen van hun loonwerker. Daarom bundelden Loonbedrijf Gebroeders Van der Poel, Loonbedrijf Van Vliet, RVR loonbedrijf en HKA loonbedrijf hun krachten in een nieuw samenwerkingsverband: Bodemkracht. Samen huren ze een deskundige in die klanten kan adviseren. Bij veehouders gaat het dan vooral om adviezen over de voederwinning, bemesting, graslandvernieuwing, maisteelt en bodemverbetering. Allemaal zaken waarvoor de loonwerker bij de boer op het erf komt. Hiervan moet hij verstand hebben en met de klant mee kunnen praten. Het gaat de loonbedrijven in eerste instantie niet om het creëren van meer werk, maar om hun klanten meerwaarde te bieden en deze te behouden. Loonwerker Dammie van der Poel schetst het verschil met bijvoorbeeld de adviseur van de voerleverancier. “Deze kijkt naar de kuilanalyse en concludeert bijvoorbeeld dat er te weinig eiwit in het kuilvoer zit en adviseert de veehouder om extra eiwit aan te kopen. Wij kijken verder. Hoe kan de veehouder het eiwitgehalte in zijn kuilgras verhogen? Dan moet je denken aan andere maaitijdstippen, veldperiode, aangepaste bemesting of zelfs andere grassoorten. Onze adviseur heeft die kennis in huis.”
Op basis van zijn bevindingen maakt de adviseur een rapport met daarin de mogelijkheden om de productiviteit van de grond te verbeteren. Dat kan variëren van een aanpassing van de mechanisatie (bredere banden, andere machines), via herinzaai tot compleet nieuw inrichten van een perceel.
Eind 2019 besloten Loonbedrijf Arts, loonbedrijf Kuenen en loonbedrijf Derks de handen ineen te slaan met de nieuwe Loonwerkcombinatie Land van Cuijk & Maasduinen (LvCM). Met dit nieuwe bedrijf willen de oprichters de verschillende kenmerken, kennis en vaardigheden van de bedrijven bundelen.
Als we hen bezoeken, zitten in het hoofdkantoor van LvCM in Haps algemeen manager Peter van Iperen (Loonbedrijf Arts), Rick Derks (Loonbedrijf Derks), Eric Kuenen (Loonbedrijf Kuenen). De loonwerkers werkten al langer samen, maar sinds dit jaar goten ze de samenwerking in een nieuwe vorm. “We hadden al verkering, maar nu zijn we getrouwd”, zegt Rick lachend. “Zo kan je het wel het beste omschrijven.” Eric vult aan: “De ontwikkelingen in de sector hebben invloed op machinebezetting en nodige investeringen in toekomstige ontwikkelingen. Daarom zijn we ons aandachtsgebied gaan vergroten en zijn we ongeveer zeven jaar geleden gaan samenwerken met Derks.”
Peter kreeg het idee voor deze vorm van samengaan in een nieuw bedrijf toen hij via de Cumela-studieclub in de regio werd gevraagd een beeld te schetsen van de toekomst. “Ik zag de ontwikkelingen in andere sectoren en benadrukte dat we met samenwerken veel beter gebruik kunnen maken van elkaars expertise.
Toekomstbestendig machinepark
Om het machinepark toekomstbestendig te maken, werden de machines van de bedrijven bekeken om te bepalen welke machines het beste passen binnen de doelstellingen van het nieuwe bedrijf. Derks en Kuenen hadden al eens de keuze gemaakt voor John Deere. Rick: “Dit merk is wat ons betreft een voorloper in nieuwe technologieën. Daarnaast is het een fullliner dus dat maakt dat alle machines goed met elkaar communiceren.” De mogelijkheden voor databeheer, gebruik van taakkaarten en de leeftijd van de machines speelden een belangrijke rol in de keuze welke machines werden verkocht of ingeruild.
Partner aan tafel
Het bedrijf wil zich richten op het adviseren en meekijken met de klant. “Echt een partner aan tafel zijn in plaats van de loonwerker die je inhuurt en daarna weer naar huis stuurt”, zegt Rick. Dit maakt ook dat ze in gesprek kunnen gaan met het oog op planning. Een belangrijke factor om efficiënt te kunnen werken, vertelt Peter. “Capaciteitspieken afvlakken is kosten besparen en dat betekent ook weer een gunstigere prijs voor de klant. Dit kan je alleen doen door in gesprek te blijven met de klant en de planning centraal te regelen.”
Toekomstvisie
Rick: “Het is moeilijk om tien jaar vooruit te kijken, maar je kan wel een doel stellen.” Dit doel is voor de loonwerkcombinatie helder: Efficiënt gebruik van machines, kunnen investeren in nieuwe ontwikkelingen én een personeelsbestand van voldoende omvang om het werkplezier en flexibiliteit te bieden wat hedendaags personeel verwacht van zijn werkgever. Hoe dit voor deze loonwerkcombinatie zal uitpakken, dat zal de tijd leren.
Gerelateerde tags: cumela, Loonwerk, samenwerking