fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

Voordelen van de grond variabel bewerken

Het afstemmen van de kunstmestgift, gewasbescherming en zaai- en pootdichtheid op de wisselende toestand van gewas en bodem, gebeurt al steeds vaker. Is ook grondbewerking en zaaibedbereiding op variabele diepte een optie? En wat levert dat dan op?

Bodemscans, bodempotentiekaarten en ook dronevluchten worden al regelmatig gebruikt om de afwisseling in bodemtoestand in kaart te brengen. Om vervolgens met taakkaarten in te spelen op de variatie in organischestof- en lutumgehaltes. Het helpt concreet om de dosering van bijvoorbeeld bodemherbiciden te variëren naar gelang de zwaarte van de grond, om zo een gewas als uien zo veel mogelijk te ontzien. Dat levert twee keer financieel voordeel op: minder middelengebruik én een uniformer en gezonder gewas. Deelnemers aan de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) die bodemherbiciden variabel doseren, besparen tussen 20 en 40% op middelen.

Tekst gaat verder onder foto

De Britse bodemspecialist Philip Wright adviseert telers om de bodem in te duiken voordat ze die gaan bewerken. Ga na waar en op welke diepte eventuele verdichting aanwezig is.

De Britse bodemspecialist Philip Wright adviseert telers om de bodem in te duiken voordat ze die gaan bewerken. Ga na waar en op welke diepte eventuele verdichting aanwezig is.

Je kunt je afvragen in hoeverre het op variabele diepte bewerken van de bodem ook voordelen oplevert. Een bodemscanner levert daarvoor immers de vereiste gegevens, en sommige zijn geschikt om tijdens het scannen een grondbewerkingswerktuig aan te sturen.

Vaak te diep bewerkt

Volgens de onafhankelijke Britse bodemspecialist Philip Wright worden veel bodems, veel percelen, te diep en te intensief bewerkt. “Het gevaar bestaat dat het meer kwaad dan goed doet. Door de bodem te vaak en te intensief te bewerken – bijvoorbeeld om bodemverdichting te verminderen – wordt de grond te los, en dat heeft juist het tegengestelde effect. Je maakt de bodem kwetsbaarder voor verdichting.”

Het is belangrijk om de werkelijke diepte van verdichtingen, een ploegzool of een harde laag te achterhalen, stelt hij. En dan de werkdiepte van tanden of beitels zo af te stellen dat ze precies daaronder werken. Dieper werken kan juist leiden tot het verdichten van de grond naar boven toe, in tegenstelling tot de grond optillen en verkruimelen. Het kost niet alleen extra brandstof, de bewerking heeft ook geen effect omdat de mogelijk versmeerde grond op diepte juist een grotere barrière vormt voor wortels en waterdoorlatendheid, meer verdichting dus.

Graaf en vind het probleem

Het is zelden nodig een perceel in z’n geheel te bewerken met een woeler of cultivator. En dan nog hoef je niet overal even diep te gaan, geeft Wright aan. “Het valt mij op dat harde, ondoordringbare lagen tegenwoordig veel ondieper liggen dan voorheen. Dit komt doordat er meer aandacht is voor de bodemstructuur, er minder willekeurig over percelen gereden wordt, meer met rijpaden wordt gewerkt en door verbeterde en soepelere banden. De bodemlaag die bewerkt moet worden is soms maar 12 tot 15 centimeter dik. Dat is al lang geen 30 of zelfs 40 centimeter meer, zoals in het verleden.”

Ga om de bodem variabel te bewerken eerst het veld in met een schop, onderstreept Wright. “Je moet niet alleen weten wáár eventuele problemen zich bevinden, maar ook hoe diep. Heb je probleemzones op het oog via bodemkaarten, eigen ervaringen en zichtbare verschillen, graaf daar dan een profielkuil om het probleem en de diepte te beoordelen. Dat is zelden verspilde tijd. Het is namelijk erg onwaarschijnlijk dat op een heel perceel de bodem is verdicht. Pak je alleen de probleemstukken aan, dan bespaar je tijd, brandstof en geld.”

Rijdend werkdiepte variëren

Voor het in kaart brengen van bodemtoestand, -type en -textuur meten veel bodemscanners de elektrische geleidbaarheid van de bodem (Electrical Conductivity of EC). Experts van Wageningen University & Research, betrokken bij de NPPL, vergeleken meermaals verschillende scanners. In wezen meten die hoe goed elektriciteit door de grond stroomt. Daaruit is af te leiden wat de samenstelling van de grond is, het vochtgehalte, de textuur, zand, klei en organische stof. Wel is de aanwezigheid van vocht, en in het bijzonder brak, zilt water, van invloed op de resultaten. Uit het meest recente onderzoek van NPPL blijkt dat met name de gemeten organischestofgehaltes goed overeenkomen met de eigen kennis van het perceel. Op deze en andere perceelkaarten worden vergelijkbare resultaten gegroepeerd in zones. Deze kun je ook gebruiken voor variabele grondbewerking.

Tekst gaat verder onder foto’s

De resultaten van bodemscans kunnen worden gebruikt om bodemkaarten te maken die de verschillende bodemtexturen weergeven.

De resultaten van bodemscans kunnen worden gebruikt om bodemkaarten te maken die de verschillende bodemtexturen weergeven.

Een bodemkaart, zoals deze voor grondbewerking op variabele diepte, geeft de verschillen in bodemtextuur weer.

Een bodemkaart, zoals deze voor grondbewerking op variabele diepte, geeft de verschillen in bodemtextuur weer.

Een bodemscanner die de geleidbaarheid meet zonder bodemcontact, is de Topsoil Mapper van het Oostenrijkse Geoprospectors. CNH Industrial/AgXtend biedt ’m ook aan. De scanner hangt meestal in de fronthef en meet de geleidbaarheid op vier verschillende dieptes/zones: 0-25 centimeter, 15-60 centimeter, 55-95 centimeter en 85-115 centimeter. Zo bepaalt hij de variatie in bodemtextuur en ontstaan bodemtype- en bodemvochtkaarten. Daarnaast is de aanwezigheid en diepte van verdichte zones in kaart te brengen. Met een geschikt grondbewerkingswerktuig kun je de bodem dan op variabele diepte bewerken. Ofwel al rijdend, realtime; ofwel na het maken van een taakkaart. Dat kan al met cultivatoren van onder meer Köckerling, Lemken (zie TREKKER 390) en Väderstad. Dan bewerk je de bodem waar nodig dus op variabele diepte, en afhankelijk van de mogelijkheden van de cultivator per werkbreedte, per sectie of soms zelfs per tand.

Inzicht in de verschillen

Met de Topsoil Mapper kun je plaatsspecifiek diepwoelen bij bodemverdichting en juist oppervlakkig bewerken waar de bodem goed is. En de bewerkingsdiepte variëren op basis van een eventuele gelaagdheid in de bodem, om te voorkomen dat je (diepere) verdichte lagen opbreekt en dieper gelegen grond vermengt met de toplaag.

Tekst gaat verder onder foto’

De grond plaatsspecifiek variabel bewerken kan helpen tegen bodemverdichting: je vermijdt er onnodig diepe bewerkingen mee. En het kan aanzienlijke brandstof(kosten)besparingen opleveren.

De grond plaatsspecifiek variabel bewerken kan helpen tegen bodemverdichting: je vermijdt er onnodig diepe bewerkingen mee. En het kan aanzienlijke brandstof(kosten)besparingen opleveren.

Hoewel bodemexpert Philip Wright een groot voorstander is van variabele grondbewerking, is het net als bij elk ander geautomatiseerd proces zaak om de resultaten zelf te controleren. In dit geval door te graven. “Een tip die ik wil geven, is om de bodemsensor te gebruiken op probleemplekken die je al goed kent. Op basis van de gegenereerde bodemkaarten ga je gericht graven. Het helpt ook om de bandbreedte van je grondbewerking te bepalen, de minimale en maximale diepte. Dan krijg je in korte tijd veel waardevolle inzichten in de bodem.”

Dit kun je besparen

De grond alleen daar bewerken waar nodig, en op de juiste diepte, is niet alleen bevorderlijk voor de bodem. Het kan ook aanzienlijke kostenbesparingen opleveren. Het Britse bedrijf Soyl deed daar onderzoek naar. De gemiddelde werkdiepte in het Verenigd Koninkrijk is 20 centimeter en dat kost 14,1 liter diesel per hectare. Werk je twee keer zo diep, tot 40 centimeter, dan stijgt het brandstofverbruik naar 26,4 liter per hectare, geeft Ed Jones van Soyl aan. Begin december rekenden zowel inkoopcollectief Farmers4all als LTO Ledenvoordeel met een dieselprijs van € 1,15 per liter. Daarmee kost 20 centimeter diep bewerken je ruim € 16/hectare aan diesel en 40 centimeter diep bewerken ruim € 30/hectare. Jones geeft verder aan dat uit onderzoeken blijkt dat variabele grondbewerking door het lagere brandstofverbruik een economisch voordeel van 27 tot 50% oplevert in vergelijking met de gebruikelijke egale grondbewerking.

Tekst: Mick Roberts, René Koerhuis

Foto’s: Mick Roberts, fabrikant

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Wendbare Agribis XL300-kuilschuif draait 300 graden

Agribis heeft zijn gamma kuilschuiven uitgebreid met de XL300-kuilshuif. Deze kan 300 graden draaien zodat de schuif wendbaarder wordt.
Afbeelding artikel

Sleutelaar bouwt Vredo VT4546 om tot zelfrijder

Sleutelaar Rob van Steen in Bant (Fl.) kocht in Denemarken een Vredo VT4546 met mestoplegger uit 2015, die hij ombouwde tot...
Afbeelding artikel

Voorladerfabrikant Stoll sluit fabriek in Polen

De Duitse voorladerfabrikant Stoll sluit zijn fabriek in het Poolse Słups vanwege een verminderde vraag naar machines.