Hoe gaat het met: Noorse ‘Direct Ground Injection’
In de zomer van 1997 kwam het Noorse ‘Direct Ground Injection’ (DGI) naar Nederland. Deze mestinjecteur schiet mest pulserend met hoge druk in de grond; er wordt niet gesneden.
De Noorse fabrikant Moi A/S bedacht een mestinjectiesysteem waarbij er niet in de graszode wordt gesneden. Dat laatste hekelen de Noren, vanwege bergachtige percelen, steenrijke grond en de trekkracht die daarbij nodig is. Om de mest toch ín de grond te krijgen, bedacht Moi A/S ‘Direct Ground Injection’ (DGI). Dit nieuwe type injecteur bestaat uit glijsloffen, met daarin kleine (12 mm) openingen. De mest schiet met grofweg 6 bar in de graszode. Een roterend mes sluit de opening steeds kort af, wat een pulserende werking geeft.
Lees verder onder de foto
Nauwelijks trekkracht
Een prototype komt in 1997 naar Nederland via importeur Boeke-Heesters, en het Instituut voor Milieu- en Agritechniek (Imag-DLO) onderzoekt dan de ammoniakuitstoot. Die blijkt gemiddeld 70% lager te zijn, dan bovengronds uitrijden. En dat zou vergelijkbaar zijn met een zodenbemester. Het instituut wil vervolgonderzoek doen. Want de ammoniakreductie is dan niet per se beter dan met een zodenbemester, een voordeel van DGI is dat er geen gleuven worden getrokken waardoor er ook nauwelijks trekkracht nodig is. Er kleven ook nadelen aan DGI. Zo vraagt de hogedrukpomp veel aftakasvermogen: voor de 6 meter uitvoering is ruim 100 pk nodig. Ook blijkt het systeem gevoelig voor vervuiling en slijtage, en er wordt in harde kleigrond matig geïnjecteerd. In het vervolgonderzoek wil het Imag-DLO meer focussen op het motorvermogen, besmeuring van gras, verstopping, en op hoe de dosering het beste kan worden geregeld. Dat onderzoek komt niet van de grond, en na nog een demonstratie in 1999 in Flevoland, verdwijnt het DGI-systeem in stilte.
Nu hogere druk
DGI, tegenwoordig omgedoopt tot ‘Nitro Booster DGI’, is echter nooit uit de prijslijst van Moi A/S verdwenen. De Noren geven aan dat er niet zo’n grote markt voor is, dan aanvankelijk gehoopt. Omdat er een (klein) aantal klanten zweert bij het systeem, blijft het in de prijslijst staan. De fabrikant levert praktisch altijd sleepvoetbemesters van het Nederlandse Bomech. Het Nitro Booster is overigens praktisch niet veranderd, geeft de fabrikant aan. Belangrijkste wijziging is dat de druk waarmee de mest in de grond wordt geschoten is verhoogd tot 9 à 11 bar (i.p.v. 5 à 7 bar). Die hogere druk zorgt voor betere indringing bij harde, droge grond en beperkt verstopping van de 12 millimeter grote doorloop. Dat laatste was vooral voor dikke mest met stroresten nodig. De fabrikant gebruikt tegenwoordig wat andere componenten waardoor de prijs is gedaald: een zes meter variant kost nu zo’n € 25.000. Dat helpt, maar ook andere beperkingen staan een doorbraak in de weg, stellen de Noren. Zo weegt het systeem al gauw 1.500 kilo achterop de mesttank, terwijl een eenvoudig sleepvoetsysteem 800 kilo weegt. Belangrijk, in de bergen. Daarbij is de maximale werkbreedte 6,6 meter, terwijl Noorse veehouders graag een 9 of 12 meter brede sleepvoet gebruiken. In de laatste vijftien jaar zijn er ongeveer 25 DGI-bemesters gebouwd. De laatste jaren komt het DGI-systeem beter uit de verf sinds de komst van mestscheiders. Dunne fractie zou zich goed in de grond laten schieten.
Gerelateerde tags: DGI, Direct Ground Injection, Moi