fbpx
Terug naar nieuwsoverzicht

6 elektrische minishovels getest: Weidemann wint

TREKKER heeft samen met collega’s uit Denemarken, Noorwegen en Finland 22 minishovels getest: 15 dieselvarianten en 7 elektrische modellen. In dit artikel lees je alle ins & outs over 6 geteste elektrische minishovels, want nr. 7, de Eurotrac Wii, bleek te licht en daardoor niet vergelijkbaar met de rest. Daarom is deze in de test buiten beschouwing gelaten. – Foto’s: Mark Pasveer

Als je een minishovel zoekt in het 2,5 tons-segment én je wilt een elektrische, dan is er niet zo veel keus. TREKKER testte 6 elektrische minishovels in een omvangrijke vergelijkingstest. Het merk Weidemann scoort de meest punten, gevolgd door Giant en Relly. Hier alle ins & outs over de 6 geteste elektrische minishovels.

Hoewel er meer dan dertig leveranciers zijn die je een 2,5 ton zware minishovel met dieselmotor willen verkopen, blijft er maar een handvol fabrikanten over als je specifiek vraagt om een elektrische. Zes zijn het er dan. Daarbij moeten we nuanceren dat het grootste model dat het Duitse Schäffer (momenteel) bouwt, de 23E, met een eigen gewicht van 2.235 kg eigenlijk te licht is.

Afijn, zes miniloaders dus. We gaan het niet hebben over of je moet kiezen voor een diesel-minishovel of een elektrische minishovel. We gaan puur in op de vraag: welke van de zes elektrische minishovels presteert het beste in een grote minishoveltest? Daarvoor zijn de machines vier weken getest op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Na die vier weken wezen we Weidemann aan als winnaar, gevolgd door de Giant op plek twee.

Lees verder onder de staafdiagrammen, foto’s, kader en video; bekijk onderaan dit artikel de 6 geteste elektrische minishovels

In deze staafdiagram staat het eindresultaat. Onderop, in de grauwe tinten, staat het aantal punten dat de minishovels kregen voor de meetresultaten. Relly en Giant scoren hier het beste. Er bovenop, in de blauwe tinten, staan de punten voor de praktijkbeoordelingen: hier scoren Weidemann en JCB het beste. En er bovenop, in de gele bolletjes, lees je het totaal van die twee. De elektrische Weidemann scoort de meeste punten (764), gevolgd door Giant (757) en Relly (722).
In deze staafdiagram staat het eindresultaat. Onderop, in de grauwe tinten, staat het aantal punten dat de minishovels kregen voor de meetresultaten. Relly en Giant scoren hier het beste. Er bovenop, in de blauwe tinten, staan de punten voor de praktijkbeoordelingen: hier scoren Weidemann en JCB het beste. En er bovenop, in de gele bolletjes, lees je het totaal van die twee. De elektrische Weidemann scoort de meeste punten (764), gevolgd door Giant (757) en Relly (722).

Verschillen elektrische minishovel en dieselvariant

Bij alle zes minishovels is het zo dat ze een-op-een lijken op de even zware dieselversie. Wie snel kijkt, ziet geen verschil, op een ontbrekende uitlaat of stickers na die benadrukken dat-ie elektrisch is. Datzelfde geldt als je op de stoel plaatsneemt. De bediening van een elektrische minishovel is zo goed als identiek. Tijdens het werk merk je vooral dat er geen lawaaierige dieselmotor is. Al maakt een elektrische shovel óók geluid, waarover straks meer.

Een ander wezenlijk verschil dat er vaak twee elektromotoren in de minishovel zitten: een voor de hydraulische bediening van bak en giek en één voor de aandrijving van de wielen. Door deze elektrische aandrijving moet je in je hoofd wel even omdenken. Extra ‘gas’ geven heeft geen zin om sneller te werken. De slag van het rijpedaal of de joystick bepalen immers hoe snel je wilt rijden of werken, en dat is onafhankelijk van ‘gas geven’. Des te verder je de joystick beweegt, des te sneller de giek of bak reageert. De maximale snelheid is gelijk aan de maximale uitslag. Hetzelfde geldt voor het rijpedaal.

De shovels hebben allen de zware accu aan de achterkant geplaatst, waar deze ook dienst doet als contragewicht. Bij de meeste fabrikanten kun je kiezen uit verschillende accucapaciteiten en verschillende snelheden van opladen.
De shovels hebben allen de zware accu aan de achterkant geplaatst, waar deze ook dienst doet als contragewicht. Bij de meeste fabrikanten kun je kiezen uit verschillende accucapaciteiten en verschillende snelheden van opladen.

Technisch gezien, is er sprake van een wereld van verschil. Bij alle machines ligt de accu onder de ‘motorkap’. Giant levert als standaard met 13,3 kWh de kleinste accucapaciteit, en 26,6 kWh is dan optie. Relly levert met 40 kWh standaard de grootste capaciteit en kan optioneel 60 kWh aanbieden. Alleen JCB heeft maar één accu-optie, en dat is 20 kWh.

Schäffer kiest voor hoog voltage (240 volt), Relly voor 100 volt, JCB, Pitbull en Weidemann voor 96 volt, en Giant heeft een systeem met 48 volt. We hebben het niet uitgebreid getest, maar de accucapaciteit zegt niks over hoe lang je met een acculading kan werken. Dat is echt een kwestie van testen in jouw eigen praktijk en kan fors verschillen per merk.

Het opladen van de zes minishovels ging zonder problemen. De stekkercontact verschillen wel. Schäffer (foto) heeft een klepje aan de zijkant van de shovel. Bij Giant en JCB zit-ie achter een deurtje met slot.
Het opladen van de zes minishovels ging zonder problemen. De stekkercontact verschillen wel. Schäffer (foto) heeft een klepje aan de zijkant van de shovel. Bij Giant en JCB zit-ie achter een deurtje met slot.

Cabines getest op zicht en ruimte

Te beginnen met de ‘cabines’. Hier scoort de Pitbull X27-50E, gemiddeld over de categorieën, het hoogste. Dat zit ‘m deels in de cabinevloer, die met 67 centimeter boven de grond het laagste is van allemaal, waardoor de Pitbull goed scoort op het makkelijke in- en uitstappen. Ook is de stuurkolom vrij slank, waardoor je veel ruimte voor je knieën hebt. En je kunt ‘m snel verstellen voor het in- en uitstappen.

Relly scoort op gebied van ‘cabine’, of beter gezegd werkplek, ook goed. De minishovel heeft een zeer beperkt veiligheidsframe, wat ook een nadeel is, maar voor het in- en uitstappen en het zicht rondom is dit dan weer uitstekend. Op het in- en uitstappen scoort Relly zelfs het beste – nauwelijks een frame dat in de weg zit, één goede traptrede en prima handgreep.

Weidemann scoort prima op ‘in- en uitstappen’, en scoort daarnaast dan weer het beste op algemeen comfort, vanwege de super stuurwielverstelling, prima stoel en degelijke materiaalkeuze. Het zicht is dan weer beperkt in de Weidemann – hiervoor moet je bij Relly zijn.

Bij Schäffer valt op dat er niet zoveel voetruime is, met name voor langere chauffeurs. En ook dat de deur die omhoog opent, niet ver genoeg opent, zodat sommigen van het testteam hun hoofd er tegenaan stootte. Bij Giant en Relly is de stoel vrij hoog gemonteerd. Kortere mensen zullen hier de stoel op z’n laagste moeten instellen en voor lief nemen dat er een beperkte veerweg is.

Giant leverde één van de eerste units van het nieuwe model G2700 E HD, en vanwege beperkte beschikbaarheid kwam deze met volwaardige cabine. Ten opzichte van de anderen met alleen een veiligheidsframe, is de beenruimte meer beperkt. Ook is de ruimte om in- en uit stappen beperkter.
Giant leverde één van de eerste units van het nieuwe model G2700 E HD, en vanwege beperkte beschikbaarheid kwam deze met volwaardige cabine. Ten opzichte van de anderen met alleen een veiligheidsframe, is de beenruimte meer beperkt. Ook is de ruimte om in- en uit stappen beperkter.

We vroegen de fabrikanten om (zo mogelijk) een opklapbaar veiligheidsframe te leveren, maar Giant arriveerde vanwege beschikbaarheidsissues met een volwaardige cabine. Die cabine, en met name de rechterconsole, beperken de voetruimte op de vloer en daardoor scoort Giant op gebied van in- en uitstappen en ergonomie wat lager.  

Het Duitse merk Weidemann scoort de meeste punten in de grote vergelijkingstest met 6 elektrische minishovels van 2,5 à 2,7 ton. Bekijk nog veel meer video’s op TREKKER YouTube. Lees verder onder de video.

Stille machines, maar niet geruisloos

Zoals verwacht hebben deze minishovels geen dieselherrie en dat is heerlijk. De minishovels zijn stil, maar ook niet geruisloos. We meten bij 8 km/u gemiddeld 68 dB. Ter indicatie: bij gelijkwaardige dieselmachines is dat gemiddeld 87,8 dB – een groot verschil.

Van alle machines is de Relly veruit de stilste (63,6 dB) en de Weidemann met 70,8 dB het ‘luidste’. Het gekke is dat de geluiden van verschillende dingen komen, bij de ene minishovel hoor je vooral de aandrijflijn en bij de ander de hydrauliek. Het kan wat ‘tricky’ zijn om de elektrische machines te starten, zeker als je in een rumoerige ruimte bent. Je hoort dan namelijk niet wanneer de elektronica ‘aan staat’.

We meten een gemiddeld geluidsniveau van 68,1 dB. Dat varieert van 63,6 dB bij Relly tot 70,8 dB bij Weidemann. Bij sommige shovels hoor je de aandrijflijn, bij anderen de hydrauliek, maar geenszins is dat storend. Ze zijn in ieder geval fors stiller dan diesels. Ter indicatie: we testte op dezelfde manier ook 15 diesel minishovels en daar meten we gemiddeld 87,8 dB. In een rumoerige ruimte kan het link zijn om op zo’n elektrische shovel te stappen of ‘m te starten; je hoort dan niet of-ie aan staat.
We meten een gemiddeld geluidsniveau van 68,1 dB. Dat varieert van 63,6 dB bij Relly tot 70,8 dB bij Weidemann. Bij sommige shovels hoor je de aandrijflijn, bij anderen de hydrauliek, maar geenszins is dat storend. Ze zijn in ieder geval fors stiller dan diesels. Ter indicatie: we testte op dezelfde manier ook 15 diesel minishovels en daar meten we gemiddeld 87,8 dB. In een rumoerige ruimte kan het link zijn om op zo’n elektrische shovel te stappen of ‘m te starten; je hoort dan niet of-ie aan staat.

Elektrische minishovels sterker of sneller dan dieselvariant?

Fabrikanten houden vast aan een hydrostatische aandrijflijn. In plaats van dat de dieselmotor de hydrauliekpomp aandrijft, doet een elektromotor dat. Het voordeel is enerzijds dat het ontwikkelingskosten drukt, want de fabrikant kan immers dezelfde assen en hydromotoren gebruiken als bij de dieselmachines. Daarnaast is het een beproeft concept, en laten de hydromotoren zich fijntjes bedienen. Het werkt dus prettig.

We hebben bij verschillende rijsnelheden (6 km/u tot stilstand) de trekkracht gemeten. Met name de Schäffer blijkt zeer sterk te zijn, en daar meten we gemiddeld over de vier snelheden 14,2 kN. Bij de Pitbull is dat het minste, gemiddeld 12 kN.

We hebben de trekkracht, wat feitelijk overeenkomt met de duwkracht, gemeten op vier verschillende snelheden van 6 km/u tot remmend tot stilstand (0 km/u). De Schäffer blijkt de sterkste aandrijflijn te hebben en trekt, gemiddeld over de vier snelheden 14,2 kN, gevolgd door de Weidemann met 13,8 kN. Pitbull staat hier onderaan met gemiddeld 11,7 kN. Als we de minishovels remmen tot stilstand, dan blijkt JCB tot op het laatste het meeste weerstand te geven (19,6 kN), gevolgd door Weidemann (19 kN).
We hebben de trekkracht, wat feitelijk overeenkomt met de duwkracht, gemeten op vier verschillende snelheden van 6 km/u tot remmend tot stilstand (0 km/u). De Schäffer blijkt de sterkste aandrijflijn te hebben en trekt, gemiddeld over de vier snelheden 14,2 kN, gevolgd door de Weidemann met 13,8 kN. Pitbull staat hier onderaan met gemiddeld 11,7 kN. Als we de minishovels remmen tot stilstand, dan blijkt JCB tot op het laatste het meeste weerstand te geven (19,6 kN), gevolgd door Weidemann (19 kN).

Voor wie denkt dat elektrische minishovels sterker zijn dan diesels: dat is niet waar. Gemiddeld trekken de zes elektrische minishovels 13 kN, terwijl het gemiddelde van de zes evenknieën met dieselmotor 15,7 kN is. In het hoogste rijbereik rijden de Pitbull, Relly, Schäffer en Weidemann maximaal een kleine 20 km/u, de Giant ongeveer 12 km/u en de JCB is met zo’n 7,5 km/u de traagste.

Om nog een vooroordeel de wereld uit te helpen: de elektrische machines accelereren niet sneller: ze hebben gemiddeld 20% meer tijd nodig om te accelereren van 0 tot 5 km/u, dan diesels. De Schäffer is een grote uitzondering. Deze machine accelereert zó snel, dat als je onbedacht het rijpedaal intrapt in de Power-modus, deze een ongewenste ‘wheelie’ maakt. 

De JCB maakt een heel degelijke indruk. De giek beweegt het snelste van allemaal, maar de rijsnelheid is daar tegenover het meest beperkt. De JCB zet ook geen records neer als het gaat om hefkracht of uitbreekkracht, maar wél wordt-ie in de regel goed beoordeeld door het testteam in de praktijktests.
De JCB maakt een heel degelijke indruk. De giek beweegt het snelste van allemaal, maar de rijsnelheid is daar tegenover het meest beperkt. De JCB zet ook geen records neer als het gaat om hefkracht of uitbreekkracht, maar wél wordt-ie in de regel goed beoordeeld door het testteam in de praktijktests.

Relly biedt stabielste minishovel

Een belangrijk aspect van een minishovel, is hoe stabiel die is. Daarom hebben we een hobbelige testbaan gemaakt, om ze allemaal te beoordelen. Hoe stabiel een minishovel rijdt, hangt niet alleen af van de gewichtsverdeling, maar ook van de banden(maat), spoorbreedte, giekgeometrie en bouwwijze. En ook speelt mee hoe soepel de machine reageert op het pedaal. De elektrische machines hebben trouwens allemaal de zware batterij achterop, wat dient als een contragewicht.

De Relly scoort het beste op de stabiliteit, gevolgd door de Weidemann en JCB. Vijf machines hebben een knikpunt wat kan pendelen, en alleen Pitbull kiest ervoor om in plaats daarvan de achteras te laten pendelen. Die laatste oplossing is niet onze favoriet. Vooral als de last wat hoger boven de grond hangt, voelt het sneller onveilig en deins je als chauffeur meer naar links en rechts.

Waar je bij een dieselmachine de oliestroom mede bepaalt met het motortoerental, is het zo dat bij een elektrische machine de volledige oliestroom altijd beschikbaar is je dus een beetje delicaat met de joystick moet omgaan. Op een hobbelige ondergrond is het dus wat moeilijker om de giek met precisie te bewegen: hoe verder je de joystick beweegt, hoe sneller de giek beweegt. De gemiddelde werkcyclus, dus giek op- en neer en bak in- en uit, is 12 seconden. De JCB is het snelste (10,5 sec.) en Relly ’t langzaamste (13,3 sec.).

Met een werkcyclus bedoelen we één hele ronde waarin de giek helemaal omhoog gaat, de bak wordt uitgekipt en ingetrokken, en dan de giek weer helemaal omlaag. Met andere woorden: het zegt hoe snel de giek en bak bewegen. De JCB  is hier recordhouder: 10,5 seconden voor één cyclus. De Relly heeft het meeste tijd nodig: 13,3 seconden. Wie denkt dat elektrisch altijd sneller is: nee, de dieselvarianten doen het sneller (diesel-JCB doet 7,6 seconden, en diesel-Relly 12 seconden).
Met een werkcyclus bedoelen we één hele ronde waarin de giek helemaal omhoog gaat, de bak wordt uitgekipt en ingetrokken, en dan de giek weer helemaal omlaag. Met andere woorden: het zegt hoe snel de giek en bak bewegen. De JCB  is hier recordhouder: 10,5 seconden voor één cyclus. De Relly heeft het meeste tijd nodig: 13,3 seconden. Wie denkt dat elektrisch altijd sneller is: nee, de dieselvarianten doen het sneller (diesel-JCB doet 7,6 seconden, en diesel-Relly 12 seconden).

We hebben met alle minishovels met verschillende chauffeurs meerdere kippers zand geladen, als praktijktest. Hier blijkt opnieuw dat de Schäffer 23e veruit de sterkste aandrijflijn heeft: die schiet weg en drukt moeiteloos de bak vol. De trekkrachtmetingen onderschrijven dit. De Schäffer is haast té agressief. Weidemann en JCB zijn lekker snel in de hydrauliek. En bij de Weidemann valt op dat-ie relatief langzaam van rijrichting wisselt, al maakt dat ook dat deze vloeiender voelt, dan de anderen.

We hebben ook de draaicirkels gemeten, links- en rechtsom (zie figuur op pagina 43). De Schäffer draait het krapst: 488 cm. De Pitbull heeft het meeste ruimte nodig: 568 cm. Hierbij moet je bij de Schäffer vier keer aan het stuurwiel draaien om van uiterst links naar uiterst rechts te sturen, of andersom, en bij JCB is dat 4,9 keer.

De Schäffer heeft de minste ruimte nodige om een rondje te draaien; minder dan 5 meter is voldoende. De Pitbull heeft de meeste ruimte nodig. Afhankelijk van of je links- of rechtsom draait, is dat een beetje meer of minder dan 5,5 meter. De verschillen zijn dus niet heel groot tussen de 6 elektrische minishovels. Ook het aantal stuuromwentelingen die nodig zijn om van uiterst links naar uiterst rechts te draaien, scheelt niet veel: vier omwentelingen bij Schäffer en Pitbull tot 4, 9 bij JCB.
De Schäffer heeft de minste ruimte nodige om een rondje te draaien; minder dan 5 meter is voldoende. De Pitbull heeft de meeste ruimte nodig. Afhankelijk van of je links- of rechtsom draait, is dat een beetje meer of minder dan 5,5 meter. De verschillen zijn dus niet heel groot tussen de 6 elektrische minishovels. Ook het aantal stuuromwentelingen die nodig zijn om van uiterst links naar uiterst rechts te draaien, scheelt niet veel: vier omwentelingen bij Schäffer en Pitbull tot 4, 9 bij JCB.

Zo sterk zijn de elektrische miniloaders

We hebben iedere miniloader getest op hoeveel de machine tilt, tot het maximum is bereikt, of tot de achterwielen van de grond komen. In dat laatste geval herhaalden we de test nogmaals, waarbij we de achterwielen vastsjorden. En tot slot: we meten de uitbreekkracht door de hiel van de palletvorken te ondersteunen en puur de uitbreekcilinders te gebruiken (zie ook figuur op pagina 42).

De maximale hefhoogtes hebben we gemeten van de grond tot bovenkant palletlepel, als die horizontaal staan. De Relly-shovel is dat het meest beperkt in hefhoogte: 238 cm. Bij de anderen meten we 261 cm (Pitbull) tot 285 cm (Giant). We vroegen de fabrikanten voor deze test zo mogelijk om te komen met ‘de lange giek-optie’, want de meeste fabrikanten kunnen verschillende opties leveren. De Pitbull is bijvoorbeeld leverbaar met een langere giek, waarmee die 303 cm hoog reikt – ruim 40 cm hoger dus.
De maximale hefhoogtes hebben we gemeten van de grond tot bovenkant palletlepel, als die horizontaal staan. De Relly-shovel is dat het meest beperkt in hefhoogte: 238 cm. Bij de anderen meten we 261 cm (Pitbull) tot 285 cm (Giant). We vroegen de fabrikanten voor deze test zo mogelijk om te komen met ‘de lange giek-optie’, want de meeste fabrikanten kunnen verschillende opties leveren. De Pitbull is bijvoorbeeld leverbaar met een langere giek, waarmee die 303 cm hoog reikt – ruim 40 cm hoger dus.

De verschillen zijn behoorlijk. Laag bij de grond, op 34 cm hoogte, tilt Relly het meeste (2.300 kg), gevolgd door Pitbull (1.960 kg) en Giant (1.790 kg). De JCB tilt het minste met 1.140 kg. En de Weidemann tilt 1.450 kg, maar tilt als enige de achterwielen niet omhoog. In het kader van veiligheid is dat een goed punt. Als we meting herhalen met de achterwielen vastgesjord, dan tilt nog steeds Relly het meeste (2.704 kg), gevolgd door Pitbull (2.306 kg) en Giant (2.194 kg) en nu tilt Schäffer het minste (1.390 kg).

We meten de hefkracht op twee hoogtes: op 230 cm (op foto), en laag bij de grond, op 34 cm hoogte. De Relly (foto) blijkt, zeker laag bij de grond, erg sterk te zijn.
We meten de hefkracht op twee hoogtes: op 230 cm (op foto), en laag bij de grond, op 34 cm hoogte. De Relly (foto) blijkt, zeker laag bij de grond, erg sterk te zijn.

Als we dezelfde meting doen op een hoogte van 230 cm, dan zien we dat Giant het meeste tilt (1.662 kg), gevolgd door Pitbull en Relly. Weidemann en JCB tillen dan het minste met tussen de 950 en 960 kg.
De verschillen worden echt groot, als we kijken naar de uitbreekkracht. Pitbull steekt er dan met kop-en-schouders bovenuit met 5.370 kN, gevolgd door Giant met 3.943 kN en Relly met 3.546 kN. Onderaan: Weidemann (1.948 kN) en Schäffer (1.984 kN).

In deze staafdiagram lees je hoeveel kilo’s de shovels tillen, al dan niet met de achterwielen vastgesjord. Met name Relly en Pitbull blijken relatief veel te tillen, zowel op 34 cm hoogte als 230 cm hoogte, net als Giant. Opvallend is dat de Weidemann bij de hefkrachtmeting niet de achterwielen optilt. In het kader veiligheid kun je dat positief noemen.Het verschil in uitbreekkracht is behoorlijk. De Pitbull is lomp sterk (5.370 kN); dat is tweemaal zoveel als JCB, Schäffer en Weidemann. Hierbij gaat het om de kracht die je gebruikt als je een bak in een grond- of mesthoop hebt gedrukt, en die intrekt (uitbreekt).
In deze staafdiagram lees je hoeveel kilo’s de shovels tillen, al dan niet met de achterwielen vastgesjord. Met name Relly en Pitbull blijken relatief veel te tillen, zowel op 34 cm hoogte als 230 cm hoogte, net als Giant. Opvallend is dat de Weidemann bij de hefkrachtmeting niet de achterwielen optilt. In het kader veiligheid kun je dat positief noemen.Het verschil in uitbreekkracht is behoorlijk. De Pitbull is lomp sterk (5.370 kN); dat is tweemaal zoveel als JCB, Schäffer en Weidemann. Hierbij gaat het om de kracht die je gebruikt als je een bak in een grond- of mesthoop hebt gedrukt, en die intrekt (uitbreekt).

Bekijk ook de multitest van 15 diesel-minishovels

Tegelijk met deze 6 elektrische minishovels vergeleken we in hetzelfde concept ook vijftien minishovels in de klasse 2,5 tot 2,7 ton met dieselmotor met elkaar. Dus vind je deze test nou interessant, maar ben je meer geïnteresseerd in diesel-minishovels? Lees dan: 15 diesel-minishovels getest: Finse Norcar wint en bekijk alle 21 geteste minishovels op YouTube TREKKER en op deze minishovel-verzamelpagina op Trekkeronline.

Auteurs: Bob Karsten, Bas van Hattum, Tapio Vesterinen, Eemeli Linna, Per Magne Tøsse, John Christensen

Lees de blog van TREKKER-hoofdredacteur Bas van Hattum: ‘De organisatie van de grote multitest minishovels’

JCB bouwt sinds drie jaar in China deze 403-E-minishovels. De bouwkwaliteit en afwerking zijn uitstekend. De minishovel scoort goed op de praktijkbeoordelingen door het testteam, en wat minder goed op verschillende metingen. De brutoprijs is €75.900, en dat is rond het gemiddelde in dit segment.

Peeters Group uit Etten-Leur (N.-Br.), ook bekend van het merk Peecon, is de fabrikant achter de Pitbull-shovels. Deze elektrische minishovel is nu een kleine twee jaar op de markt. Z’n karaktertrekken: hij is snel, sterk, en je springt er gemakkelijk in- en uit. De brutoprijs is €62.895, en daarmee is het de goedkoopste.

Deze oranje shovel zal voor sommigen nog onbekend zijn: de Relly. Voormalig Knikmops-importeur De Schans uit Hedel (Gld.) bouwt dit merk sinds vier jaar. De elektrische versie ging twee maanden vóór onze test in productie. Met z’n hoge zit en beperkte veiligheidsframe, is het een opvallende machine. De brutoprijs is €78.500.

De grootste elektrische shovel die het Duitse Schäffer op het moment bouwt, is deze 23e, en die is met 2.235 kg lichter dan de anderen (gemiddeld 2.570 kg). Het is de tweede generatie elektrische shovel bij Schäffer. De machine is opvallend sterk en heel rap,misschien zelfs iets té. De brutoprijs van is €73.226.

Tobroco-Giant uit Oisterwijk (N-Br.) bracht een van de eerste units van het nieuwe type G2700 E HD. Vanwege beperkte beschikbaarheid kwam er een uitvoering met cabine, in plaats van opklapbaar frame. Opvallend is dat-ie goed scoort op de metingen, verbeteringspotentieel zit vooral in de ergonomie. Brutoprijs: €79.705.

De Weidemann zet geen records neer in onze metingen qua hefkracht, trekkracht of snelheid, maar is juist wel het meest fijntjes te bedienen en er schort niets aan de kwaliteit en het comfort. Het is de duurste van de zes: bruto €91.020, al is dat inclusief opties als een grotere batterij (€14.850) en snellere lader (€1.720).

Gerelateerde tags: , , ,

Gerelateerde artikelen

Afbeelding artikel

Poolse voorlader InterTech IT 1600 M zit goed in elkaar

TREKKER doet een eerste indruk op van de nieuwe Poolse voorlader Intertech IT1600, vers gemonteerd op een John Deere 6R 110.
Afbeelding artikel

Machines ergonomisch besturen met GriTech-joystick

GriTech ontwikkelde en patenteerde een universeel joystickbesturingssysteem dat geschikt is voor verschillende machines.
Afbeelding artikel

Gebruikte minishovel kopen? Hier let je op

Nieuw is een minishovel een forse investering. Waar let je op bij de aanschaf van een gebruikte minishovel? TREKKER zocht het...