Nexat-werktuigendrager overbrugt bodemverdichting

De Duitse machinefabrikant Kalverkamp in Osnabrück ontwikkelt een bijzondere, zelfrijdende werktuigendrager. Nexat staat voor Next Generation Agricultural Technology. De fabrikant bouwt een werktuigendrager bestaande uit een langwerpig frame die kan koppelen met modulaire uitrustingsstukken. Daarbij moet je denken aan koppelbare modules voor grondbewerking, zaaien, gewasbescherming en de oogst. Volgens de fabrikant zijn de werktuigen door één persoon binnen 10 minuten te wisselen.

Elektrische aandrijving

In 2017 neemt Nexat het eerste conceptvoertuig in gebruik. Op dat moment nog met een hydrostatische aandrijving en een werkbreedte van 14 meter. Amper een jaar later slaagden de ontwerpers erin elektrische aandrijvingen te integreren in de rupsbanden. Die rupsbanden ontwikkelt Nexat in samenwerking met Zuidberg. Elke rups krijgt een vloeistofgekoelde elektromotor met 160 kW (218 pk) vermogen en met een gewicht van 50 kilo.

Het vermogen voor de elektromotoren komt van vier identieke 160 kW generatoren. Nu komt het vermogen nog van twee onafhankelijk regelbare Liebherr-dieselmotoren met totaal 1.100 pk. Aan boord is 2.000 liter diesel beschikbaar. In plaats van de Liebherr-zescilindermotoren met een cilinderinhoud van 12 liter en een vermogen van elk 550 pk, is het systeem al voorbereid voor toekomstige werking met een brandstofcel met waterstof.

In de lengte over de weg

De 60 centimeter brede rupsen bieden een totaal contactoppervlak van 4,4 vierkante meter om het gewicht van de Nexat te verdelen. Daarnaast kan het voertuig, dankzij de stuurhoek van 170 graden van elke rupsband, schakelen tussen een rijmodus in de lengterichting of in de dwarsrichting.

Op de weg rijdt de machine in de lengterichting en haalt een rijsnelheid van 40 km/u en heeft dan een buitenbreedte van 3,50 meter. Dankzij de automatische vierwielbesturing haalt het ruim 14 meter lange voertuig een draaicirkel van 25 meter. Op het veld worden de rupsbanden 90 graden gedraaid en zijn ze klaar voor gebruik met 14 meter spoorbreedte.

Een speerpunt van het systeem is de mogelijkheid om verschillende werkmodules in het C-vormige frame te integreren. Om een machine te parkeren en een andere op te pakken, is het frame 80 centimeter in hoogte verstelbaar. Bovendien kan de bestuurder het voertuig met een afstandsbediening bedienen om het wisselen van de module vanaf de grond te volgen.

Nog steeds met chauffeur

De Nexat kan zich autonoom verplaatsen tijdens het werk. Fabrikant Kalverkamp gaat er echter vanuit dat het nog enkele jaren zal duren voordat niemand meer ter plaatse toezicht hoeft te houden op het werk van een zaaimachine of een maaidorser. Daarom heeft de Nexat een Fritzmeier-cabine gekregen. Deze kun je kennen van de Fendt Katana-hakselaar.

De Fritzmeier-cabine hangt in een parallellogram aan de voorkant van de Nexat. Dit betekent dat de bestuurder voorin zit wanneer hij op de weg rijdt. Daarbij kan hij de cabine hydraulisch draaien en in hoogte instellen voor goed zicht tijdens het werk. Wel zijn camera’s gemonteerd, omdat de chauffeur de laatste rij van de maisplukker niet kan zien.

_{Tekst gaat verder onder de foto}

De chauffeur heeft door de draaibare cabine goed zicht op het werk. Door de grote afmetingen is het echter niet mogelijk alles goed te overzien. Om die reden installeert Nexat camera’s die vanuit de Fritzmeier-cabine te zien zijn. Aan de rechterkant zit een touchscreen bedieningsterminal.

Modules voor elke taak

Het systeem zal in de toekomst openstaan voor alle leveranciers. De fabrikant werkt nu samen met enkele middelgrote bedrijven uit de verschillende sectoren. Voor grondbewerking en zaaitechniek is dit het Zweedse Väderstad. De Zweden hebben modules geïnstalleerd voor bodembewerking en zaaitechniek. Voor gewasbescherming bouwde Dammann een module een spuitbreedte van 70 meter breed en een spuittank van 24.000 liter inhoud.

Door de modules in het frame te integreren, wordt elk werktuig praktisch zelfrijdend. Daarbij wordt het gewicht gedeeltelijk op het dragende voertuig overgebracht. Dit moet een veel preciezere geleiding van de werktuigen mogelijk maken, alsmede minder slip tijdens het rijden.

_{Tekst gaat verder onder de foto}

Spuitmachinefabrikant Dammann haakte aan in het project. Damman ontwikkelde een spuitmodule met 24.000 liter inhoud en een werkbreedte van 70 meter. Met deze werkbreedte kun je vijf banen van 14 meter meenemen.

Combine met 36 kuub graantank

Een oogstmodule ontbrak echter nog. Kalverkamp vond in Geringhoff al snel een partner voor de oogsthulpstukken. De Duitse fabrikant van onder andere maaiborden leverde een bandmaaibord van ruim 15 meter breed, een 22-rijer maisplukker en een zonnebloemplukker voor 30 rijen.

Voor de dorstechniek gaan de engineers van Nexat zelf naar de tekentafel. Het resultaat is oogstmodule NexCo (Nexat Combine), een indrukwekkend systeem dat werkt met een 5,80 meter lange axiale rotor. Die is vergelijkbaar met die van de S-serie van John Deere, maar dan langer. Omdat de rotor van de NexCo – in tegenstelling tot die van de bekende rotorcombines – haaks op de rijrichting staat, hoeft de gewasstroom geen bocht om, maar gaat in de juiste richting de rotor in. Bovendien wordt het materiaal in het midden aangevoerd en verspreidt het zich aan beide zijden.

Door het design is er genoeg ruimte om twee zeefboxen en twee strohakselaars in het frame te integreren. Dit biedt ook de oplossing voor een goede verdeling van het stro over de grote werkbreedte. De dorsrotor wordt rechtstreeks door één van de motoren aangedreven en via het motortoerental geregeld. De NexCo-module heeft een graantank met 36 kuub inhoud. Daarmee is een overlaadwagen overbodig en kan de combinatie op de kopakker op wachtende vrachtwagens worden gelost. De loscapaciteit is een imposante 600 liter per seconde.

In de toekomst meer keuze in werkbreedten

Nexat GmbH heeft ook plannen voor de toekomst. In het komende seizoen lanceert Nexat een beperkt aantal voor-serievoertuigen, die op zoveel mogelijk plaatsen in de wereld ervaring zullen opdoen. Ook werkt het Nedersaksische bedrijf aan verdere ontwikkelingen. Zo zijn spanbreedten van het draagvoertuig van 6 tot 24 meter denkbaar om aan de meest uiteenlopende eisen wereldwijd te voldoen.

Prijzen zijn op dit moment nog niet bekend. Kalverkamp geeft aan: “Omdat we zulke dure onderdelen als de motor, het chassis en de cabine de rest van het jaar niet bij de maaidorser in de hoek zetten, maar ze ook voor alle andere werkzaamheden gebruiken, zal de mechanisatie met het nieuwe concept niet duurder zijn dan de conventionele uitrusting met maaidorsers, trekkers en werktuigen.”

Auteurs: Tobias Bensing, Hubert Wilmer en Jacco van Erkelens